The Wenger Trophy
Arsenal sloot het vorige seizoen af met een 0-1 overwinning bij Newcastle United, een zege die met veel opluchting gevierd werd. De jaargang daarvoor sloot men met topscorer Robin van Persie af als derde. Als we terug redeneren, zien we vanaf het seizoen 2006/2007 afwisselend een derde of vierde plek. Ook in het jaar 2006 wordt men vierde.
In Engeland schrijven de tabloids ieder jaar weer over de inmiddels beroemde vierde plaats, een plek die men eigenlijk in de voorbereiding al aan the Gunners toeschrijft. Ondanks een sterke start in het huidige seizoen, lijkt ook in 2014 de vierde plaats het hoogst haalbare. En om één belangrijke reden is dit vele supporters een doorn in het oog.
Die reden is de financiële huishouding. Want die is, in tegenstelling tot die van veel topploegen, uitmuntend. Ieder jaar weer koos men voor de talenten, waar de concurrentie de portemonnee trok om de grote namen binnen te slepen, overigens met wisselend succes. Afgelopen zomer leek Wenger dan ook eindelijk overstag te gaan, door op de beruchte deadline day een topspeler binnen te halen in de persoon van niemand minder dan de Duitser Mesut Özil. Veel werd dan ook verwacht van de winterse transferperiode, maar Wenger verviel in de oude gewoonte en trok slechts Kim Källström op de laatste dag op huurbasis aan.
Het lijkt aankomende zomer dan ook aan- of afhaken in het Emirates stadium. Maar of Wenger de beurs trekt, valt nog te bezien. Arsenal staat wel in de finale van het toernooi om de FA-Cup en kan daarmee zijn doffe imago op het gebied van prijzen weer enigszins oppoetsen. Maar één ding staat aan het begin van het seizoen al vast: The Wenger Trophy, díe hebben ze al binnen.