Il Gigante Buono
"Heb je hem ooit wel eens zien spelen?"
"Huh, wie bedoel je?"
"Wie bedoel ik? Charles natuurlijk?"
Verbaasd staar ik Salvatore aan en mijn oprechte verbazing ergert hem duidelijk. Immers, een Britse voetballer in Italië die het vermelden waard was is erg zeldzaam, dacht ik bij mezelf. Ian Rush kon geen deuk in een spreekwoordelijk pakje boter trappen in zijn jaartje Turijn en dat was toch een grootheid van het Engelse voetbal. Salvatore haalt me met een schouderklopje uit mijn eigen wereld en zet op zijn dooie gemak een espresso.
Zachtjes roert hij in zijn espresso en kijkt hij me aan wanneer hij een stoel bij zet. “John Charles, moge zijn ziel in vrede ruste, was een fenomenale spits. Hij was veel beter dan het gros van de spitsen die we door de jaren heen gehad hebben. Hij kwam in de jaren vijftig naar ons toe en scoorde er meteen op los. Ja, Sivori, Boniperti en Charles vormden een illuster trio. Trio Magico! Die gasten wonnen alles voor je.”
“Jij denkt dat David Trezeguet, Alex Del Piero en Pavel Nedved een gouden driehoek vormden, maar dan ken je deze mannen nog niet.” Enigszins verbaasd door de manier waarop hij mijn drie helden van weleer opzij zet, teken ik protest aan. Althans, dat probeer ik. Salva was weer eens op stoom en dan stopte niets hem af. “In vier jaar tijd scoorde Trio Magico meer dan driehonderd doelpunten....”
Het is al laat wanneer Salva me begeleid naar de voordeur. Zijn relaas had tot diep in de nacht geduurd en ik was doodmoe. Onderweg naar huis werpt het maanlicht grote schaduwen op de straten van mijn geboortedorpje. Het is stil en enkel mijn voetstappen maken een ritmisch gedempt geluid. Hier kom ik tot rust, ik adem de geur van de nacht diep in en overdenk alles wat me daarnet verteld is. Natuurlijk romantiseren mensen vaak de dingen die ze ooit liefhadden, maar driehonderd goals is wel erg veel. En die Charles, wat voor voetballer zou dat geweest zijn.
Eenmaal thuisgekomen kan ik ondanks mijn vermoeidheid de slaap niet vatten. Ik besluit om mijn geduld niet langer op proef te stellen en zoek naar alles wat ik maar kan vinden over die mysterieuze Welshman. Tot mijn ontgoocheling zie ik dat de vriendelijke reus inmiddels niet meer is. In 2004 stierf hij aan de kwalijke gevolgen van kanker, de ziekte die ons allen wel treft, al dan niet direct. De verhalen die over hem te lezen vallen, zijn beklijvend en mooi. Zijn bijnaam verdiende hij bijvoorbeeld aan het feit dat hij in zijn lange carrière geen enkele gele of rode kaart wist te pakken. Als hij fors neergehaald werd, richtte hij zich op in al zijn grootsheid, en gaf hij zijn belager een hand of vertelde hij hem dat hij over de grens was gegaan.
Ja, Charles was een speciale. Iemand waar menig hedendaags voetballer een voorbeeld aan zou mogen nemen. Een voetballer uit een geheel andere periode, een oermens die volgens collegaschutter en tevens goede vriend Sivori ooit eens zo hard tegen de doelpaal aanliep, dat het hele doel er van trilde en het geluid over het trainingscomplex galmde. Dat weerhield John er niet van meteen weer recht te gaan staan en de training te hervatten. De schaarse beelden tonen dat hij enorm elegant was voor zijn postuur en lengte. Hij dartelde in het zwart wit in de Trio Magico over de Italiaanse velden. Hij liet verdedigers radeloos achter met zijn snelheid en kracht; het summum van een atleet pur sang. Hij schonk Juve drie maal de titel en werd topschutter in zijn eerste seizoen met 28 goals, het seizoen erna produceerde hij er zelfs 42 in 39 wedstrijden. Nog steeds een clubrecord.
Later die week kwam ik Salvatore tegen op de markt. In zijn gestreepte hemdje en zomerse short stond hij aardbeien te selecteren bij het fruit en groenten kraampje. Ik voegde me geruisloos bij het duo en de vrouw achter de toog keek me aan en sloeg haar ogen glimlachend ten hemel. “Hoe lang sta je hier al?”
Salva gooit geschrokken een aardbei terug bij de rest en lacht zijn gele tanden bloot; altijd de leukste thuis die jongen! Hij lacht vriendelijk naar de dame wanneer hij me wenkt om samen verder de markt af te gaan. We converseerden nog uren door over John Charles en de magische drie. De ochtendzon begon nu echt fel te branden. Samen zitten we op een klein bankje en genieten we van het mooie weer. Beiden denkend aan hetzelfde: de Welshman met het gouden karakter die er als Brit wel in slaagde om de Serie A te veroveren.
21 februari 2004, Turijn, Italië. Veertigduizend Juventini verwelkomen de goedlachse reus terug. Volwassen mannen vallen massaal op hun knieën voor hun voormalige held. De opgedaagde Juventini huilen van geluk opdat ze Charles nog eens in levende lijven in de straten van Turijn mogen aanschouwen. Maar Il Gigante Buono is moe, ziek en niet langer zo onaantastbaar sterk als hij ooit was. Net na zijn emotionele rentree stuikt de machtige reus in elkaar achter de schermen. Zijn grote hart was de strijd aan het verliezen. De tranen van geluk werden drie dagen later tranen van verdriet. Turijn en Leeds huilden bij het overlijden van hun 72-jarige vriend. De cirkel was rond.
Rest in peace big friend.
John Charles, 27 December 1931 - 21 Februari 2004.