Gehavend Liverpool laat na druk op Manchester United te vergroten
Jürgen Klopp kon een paar dagen na de galavoorstelling tegen Manchester City in de Champions League geen beroep doen op geblesseerde spelers als Mohamed Salah en Emre Can, terwijl Roberto Firmino en Alex Oxlade-Chamberlain op de bank begonnen. De afwezigheid van deze basiskrachten wreekte zich in de eerste helft aangezien the Reds de creativiteit en kwaliteit misten om de verdediging van Everton echt uit elkaar te spelen. De grootste kans van het eerste bedrijf was voor Dominic Solanke, die in de punt van de aanval begon en van een paar meter afstand op Jordan Pickford stuitte.
Virgil van Dijk, samen met landgenoot Georginio Wijnaldum in de basis, zag na ruim twintig minuten spelen hoe Yannick Bolasie zich met een aardige actie ruimte verschafte om uit te halen, maar de vingertoppen van Loris Karius konden net redding brengen. Pickford werd daarna nog aan het werk gezet door James Milner, die zijn schot echter gekeerd zag worden door de doelman. Na de onderbreking liet Klopp met het inbrengen van Oxlade-Chamberlain blijken toch voor de drie punten te willen gaan en de Engelsman liet zich met een kanonskogel die net over de lat vloog meteen zien.
Met nog een kwartier te gaan bracht de Duitse oefenmeester Roberto Firmino ook in het veld voor Sadio Mané. De druk kwam in de slotfase van het duel echter van de kant van Everton en Cenk Tosun kwam slechts een teenlengte te kort om een voorzet van Leighton Baines achter Karius te werken. Vlak voor tijd was er opnieuw een behoorlijke kans voor de Turk, die zijn kopbal echter voor het doel langs zag verdwijnen. Dominic Calvert-Lewin schoot daarna uit kansrijke positie naast.
