Wát een klasse zeg
Keman kwam, zag en had overal schijt aan. En hij scoorde. Veel. Boe moj, Mijn God, wat scoorde hij veel. Meteen in zijn eerste seizoen 24 keer. Eindhoven was een schaal en een held rijker. Amsterdam en Rotterdam mochten hem niet. De duimpjes naar de naam op het shirt, het ietwat arrogante sikje, zijn schwalbes, zijn irriterende kleine stapjes voor het nemen van een strafschop, maar vooral het feit dat hij altijd en overal scoorde, maakte hem niet populair buiten Eindhoven. Maar Keman had er schijt aan.
Een speciaal doelpunt van hem zal ik nooit vergeten. Thuis tegen Manchester United. PSV stond met 2-1 voor, dat kon namelijk in die tijd nog. We schrijven de vierenzestigste minuut van de wedstrijd. Mark van Bommel speelt Keman in, die aan de rechterflank Michael Silvestre tegenkomt. Hij gaat buitenom en schiet snoeihard op doel. Hij ziet de bal boven Raymond van der Gouw via de lat in de verre kruising zeilen. Het commentaar van dat moment staat in mijn geheugen gegrift: "Als hij ze maakt, dan wil hij het weten ook. Dit is de allermooiste tot nu toe in het rood-wit van PSV. Wát een klasse zeg." Ik zal niet beweren dat deze goal Keman ten voeten uit was. Hij was helemaal niet zo van de mooie doelpunten.
Hij was vooral van de kwantiteit en dat nam niemand in Eindhoven hem kwalijk. Ook die duimpjes niet, maar daar stopte hij na verloop van tijd toch mee. Hij had het een ander zien doen en nu zag hij pas hoe arrogant het leek. Ook zonder zijn kenmerkende manier van juichen verleerde hij het scoren niet. Met Dennis Rommedahl en later Arjen Robben als aangevers schoot hij in 122 duels 105 keer raak. Nooit eerder haalde een buitenlander zo'n hoog gemiddelde in de eredivisie. Met onder andere 35 doelpunten in 2002/03 leidde hij PSV naar twee landstitels. Na nog een jaar doelpunten maken kon een transfer naar een internationale topclub niet uitblijven.
Het werd Londen, waar Keman het diepe blauw van Chelsea aan ging trekken. Hij nam zijn voorzettenvriend Robben mee. Die kostte "The Blues" 28 miljoen euro, Keman "slechts" acht. Chelsea bleek daarmee de verhoudingen goed ingeschat te hebben, want Robben brak door, maar Keman kwam slechts tot zeven doelpunten op Stamford Bridge. En als het dan bij de echte top niet lukt, dan begint het zwerven. In korte periodes bij Atlético Madrid, Fenerbahçe en Paris Saint-Germain, met alle respect toch niet de clubs van het kaliber Chelsea, zag je hem wegkwijnen naarmate hij minder speelde en minder scoorde. Voor het PSV-legioen zal hij altijd één van de beste spitsen aller tijden blijven. Maar in tegenstelling tot die andere vruchten van PSV maakte hij het niet bij andere clubs. Van Nistelrooij, Romário, Ronaldo, ze werden allemaal groot bij PSV en nóg groter buiten de landsgrenzen. Maar Keman leek juist minder groot te worden.
Nu las ik laatst drie regels in de krant die mijn PSV-hart oprecht pijn deden. Mateja Keman, de held van nog geen tien jaar geleden, speelt vanaf januari 2011 bij South China AA in de Hong Kong First Division League. Dat steekt. Er zijn nu supporters van PSV die hem terug willen halen. Maar de vraag is of hij dan weer de machine wordt die hij was. Misschien is er wel een "Geheim van de Herdgang". De sleutel tot het succes van Keman. Maar ik denk het niet. Ik denk dat hij bij Chelsea geen eerlijke kans heeft gekregen. En bij Atlético werd hij ook verdrongen uit de basis door onder anderen Diego Forlán. Wat voor hem de beste jaren hadden moeten worden, eindigden in jaren op de bank bij topclubs.
En nu is hij oud. Hij denkt aan de tijd dat hij nog tegen Manchester United speelde in plaats van tegen NT Realty Wofoo Tai Po. Als hij zijn ogen sluit ziet hij in slow-motion zijn eigen rug, met zijn eigen vingers die naar het nummer op zijn wapperende shirt wijzen. In diezelfde droom ziet hij Van der Gouw weer op de grond zitten, met verslagen blik zit hij te kijken naar de Eindhovense nacht. En steeds maar weer dat gebrul van het uitzinnige publiek. Er zijn weinig mensen in de wereld waarvoor ik zowel respect als medelijden heb. Keman is er één.