De allerlaatste kans voor een historisch bolwerk
Toen Henk Eising begin juli 2010 aantrad als algemeen directeur bij SC Veendam, was zijn doel om de club het uithangbord van Oost-Groningen te maken. In een relatief zwakke regio een absolute publiekstrekker creëren. Hij wilde dat de inwoners weer trots werden op hun roots. Een geweldig seizoen en een vierde plek zorgden ervoor dat SC Veendam weer hot was in de provincie. Helaas vielen er nog vele lijken uit de kast en de zakenman moest alle zeilen bijzetten om de club 'in de benen te houden'. De Parel van de Veenkoloniën mocht echter met een minimale begroting beginnen aan het seizoen 2011/12. Joop Gall nam afscheid na zes turbulente jaren en als opvolger werd Gert Heerkes gepresenteerd. Peter van der Vlag, Michael de Leeuw en Anco Jansen werden verkocht en de club presenteerde Tom Bodde als nieuwe man achter het Commercieel Kolonisten Offensief.
Helaas werd het sportief een erg mager jaar aan de Langeleegte. De drie punten waren eerder uitzondering dan regel en qua defensie was het af en toe zo lek als een mandje. De talentvolle doelman Leonard Nienhuis moest vaak vissen en het enige lichtpuntje naast de excellerende Anco Jansen was en is spits Jonathan Opoku Agyemang. En zodra de sportieve prestaties uitblijven, komt er minder publiek, zijn sponsoren minder happig op een business seat en draait de club minder omzet.
Het aloude probleem duikt dan weer op: er is geen geld. Aangezien de laatste jaren financieel ook al niet te best waren, zit de club voor komend seizoen opnieuw in zwaar weer. Directeur Eising valt in deze weinig te verwijten, want hij saneerde daar waar het kon. Het beloftenteam is opgeheven, restaurantbezoekjes bij een uitwedstrijd zijn uit den boze en de spelers krijgen geen wedstrijdpremie meer. Volgens Eising heeft de club 'de laagste kostenkant van de Jupiler League'. Daartegenover staat de inkomstenkant en daar schort het de laatste jaren nogal aan. Het heeft zeker te maken met de minimale slagkracht op de commerciële afdeling. Personen als John Kaspers en Martin Drent vertrokken en in hun plaats hield Steven Graver het slechts enkele weken vol. Met andere woorden, ook deze afdeling werd voornamelijk door Eising zelf gerund. Nieuwe sponsoren waren nauwelijks te verwelkomen, ook niet na de geweldige vierde plaats van het afgelopen seizoen. Alleen grote partijen als FC Groningen en Groningen Seaports werden Kolonist, daar waar Eising zelf hoopte om tien van deze organisaties te binden.
De regio is nu aan zet. Bij het noemen van de naam SC Veendam en het bezoeken van de Langeleegte krijgt menig voetballiefhebber kippenvel om de authenticiteit van de club. Een enorme historie, die al begon in 1894 en in 1954 werd doorgezet, toen de club ook aanwezig was bij de start van het betaalde voetbal in Nederland. Het is echter de allerlaatste kans voor een absoluut instituut en het is te hopen dat Oost-Groningen er nu massaal achter gaat staan, anders is deze schitterende club ten dode opgeschreven.