Witschge: 'Wij gingen soms stappen en werden weleens dronken'
"Wij voetbalden onze wedstrijd en namen daarna een tosti en een patatje. Vergelijken heeft geen zin. Wat is beter? Wat is leuker? Spelers van nu moeten mee, het voetbal is sneller geworden, spelers zijn sterker. Achter de bedragen van toen staan nu een of twee nulletjes meer", zegt Witschge in De Telegraaf.
Witschge geeft aan dat het verwachtingspatroon bij de huidige generatie is en dat mede komt door de zaakwaarnemers die er bovenop zitten. Ook de rol van ouders speelt een rol. "Mijn ouders vonden het geweldig als ik uiteindelijk mezelf kon bedruipen. Dan was het oké. Die zijn nooit heel erg met mijn carrière bezig geweest. Nu verdienen ouders 1800 euro in de maand, de spelers een paar ton per jaar en om transfersommen van een paar miljoen euro wordt gelachen. Dan liggen de belangen even anders."
Profvoetballers konden volgens Witschge in het verleden ook buiten het veld meer maken dan vandaag de dag. "Wij gingen soms stappen en werden weleens dronken. Dat kan nu alleen nog als je er maling aan hebt dat het bekend wordt door mobiele telefoons met camera en sociale media. Toch is er nog voldoende ruimte voor ontspanning, wordt er genoeg gelachen en is er ook bij Ajax veel plezier."
"Die zakelijkheid is het beeld vanaf de buitenkant, maar aan de binnenkant gaat het er in zo'n spelersgroep nog veel hetzelfde aan toe als in mijn tijd als actief voetballer. Ja, we kaarten ook, met Veltman, De Ligt en Huntelaar. Maar ze kunnen er geen snars van", aldus Witschge.
