Marca: Huntelaar voelde zich verraden door Nederlandse collega
Huntelaar maakte in januari 2009 zijn debuut voor Real Madrid tegen Villarreal en moest een maand wachten alvorens hij weer in de basisopstelling mocht verschijnen. Ten tijde van het duel met Sporting Gijón verscheen de Nederlander op de voorpagina van een andere Madrileense sportkrant, AS, met de uitspraak: 'Ik wil Real Madrid verlaten'. Journalist Juan Ignacio García-Ochoa van Marca verzekert dat Huntelaar zeer verbaasd was over de publicatie omdat hij nooit een interview had gegeven aan die krant en de desbestreffende journalist zelfs nooit ontmoet had.
Het was echter vooral de publicatietijd die Huntelaar de wenkbrauwen deed fronzen. Een dag eerder had Huntelaar namelijk een diner met Arjen Robben, Rafael van der Vaart, Wesley Sneijder en Royston Drenthe. Ruud van Nistelrooij ontbrak destijds omdat hij een knieoperatie onderging. "Huntelaar zei die avond: 'Als het zo doorgaat, ben ik weg', memoreert García-Ochoa. De Nederlander, die al niet was ingeschreven voor de Champions League, was in zijn eerste vijf duels in januari niet verdergekomen dan 151 speelminuten.
García-Ochoa erkent dat AS het bij het rechte eind had wat betreft het diner én dat Huntelaar die uitspraak had gedaan, maar dat het uitsluitend als grap was bedoeld. "Iemand heeft mij toen bedrogen en ik weet niet met wat voor intenties", vertelde Huntelaar twee weken later onder vier ogen aan de journalist van Marca. De Nederlander had absoluut niet de intentie om de club na een maand al te verlaten. "Hij zei tegen mij: 'Ik geef nooit op'. Hoewel hij het nooit tegen iemand heeft gezegd, was hij zeer teleurgesteld in het verraad van een van zijn landgenoten."
García-Ochoa bouwde in de loop der jaren een goede relatie met Huntelaar op en zocht de aanvaller ook op in Gelsenkirchen, in zijn periode als speler van Schalke 04. Hij sprak met de Nederlander over datgene wat hij in de loop der tijd van de zaak te weten was gekomen. "Hij vroeg mij: 'Juan, wie denk jij dat het was? Tijdens dat diner waren alleen Robben, Sneijder, Van de Vaart, Drenthe en ik aanwezig. En waarom? Het was gewoon een losse opmerking, onder vrienden. Je bent een beetje boos en dan zeg je dat. Maar ik had voor zes jaar getekend en dan ga ik niet na één slechte maand al weg'."
"Huntelaar vervolgde: 'Maar het ergste was dat het diner om acht uur 's avonds was en dat de voorpagina de dag erop verscheen'." García-Ochoa stelt dat Huntelaar niet met zekerheid kon weten wie de boosdoener was, maar dat hij wel een sterk vermoeden had. "Huntelaar vertelde mij zijn naam en ik antwoordde: 'Ik denk dat je je vergist'. Huntelaar gaf aan dat hij in ieder geval zeker wist wie het niet was geweest en daar waren het over eens. Er bleven twee personen over en hij zei: 'Ik kan niet geloven dat hij het was'. En meer kan ik niet vertellen", benadrukt de journalist.