David Neres dacht dit jaar aan einde loopbaan: 'Ik werd crazy'
Op 5 november vorig jaar liep Neres in de memorabele Champions League-wedstrijd tegen Chelsea (4-4) zijn knieblessure op. Pas op 25 augustus van dit jaar, ruim negen maanden later, maakte Neres voor het eerst weer speelminuten, in het oefenduel met Hertha BSC (1-0 zege). "De meniscusblessure was niet zo ernstig, maar er traden complicaties op tijdens mijn herstel. Hoe hard ik ook trainde, het werd maar niet beter. Ik werd crazy, was verdrietig en heb soms gehuild."
Neres vreesde dat hij niet meer zou herstellen. "De twee maanden die voor het herstel stonden, werden er twaalf (in werkelijkheid negen, red.). Ik was bang nooit meer te kunnen voetballen. Nooit meer datgene te doen, waar ik zo van hou. Maar met de hulp van God ben ik er weer." Afgelopen zondag maakte Neres tegen Heracles (5-0 zege) zijn eerste treffer in meer dan een jaar tijd. De vleugelspits ramde een afvallende bal vanbuiten de zestien prachtig in de kruising.
"Natuurlijk was ik op zoek naar die treffer, want voor een aanvaller is het niet prettig als hij een jaar niet heeft gescoord", zegt de Zuid-Amerikaan. "Vroeger zou het me misschien hebben gefrustreerd, maar nu niet meer. Vooral omdat ik inmiddels weet dat geforceerd op een doelpunt jagen vaak averechts werkt. Maar ook omdat ik weet dat ik zonder goals belangrijk kan zijn voor Ajax: door mijn acties te maken, assists te geven en om te schakelen en terug te verdedigen. Het neemt niet weg dat ik wél heel blij ben met het doelpunt. Het neemt wat druk weg."
Verder is Neres blij dat Ajax met Antony een landgenoot van hem heeft aangetrokken. "Voordat Antony naar Ajax kwam, kende ik hem wel, maar nog niet heel erg goed. Hier zijn we vrienden geworden. Eigenlijk zijn onze families elk moment van de dag samen. We spelen spelletjes, zoals kaarten, en hebben altijd veel plezier. Dat maakt het makkelijker als je zo ver van huis, van Brazilië, bent."