Je zal misschien na het lezen van de titel gelijk naar beneden scrollen om te reageren en me voor gek uit te maken. Het lijkt gek om te beweren om dit Milan het beste team sinds een jaar of vijf te noemen, maar dit is toch echt het geval.
Het seizoen 2009/10 begon verschrikkelijk. Na de prettige ouverture van het seizoen waar met Siena met 1-2 werd afgerekend (twee assists van de veelal bekritiseerde Ronaldinho) leek het erop alsof Milan na de pijnlijke verkoop van Kaká en de dramatische reeks oefenwedstrijden toch klaar was voor het nieuwe seizoen. In de tweede wedstrijd van het seizoen - Il derby della Madonnina - ging echter alles fout wat maar fout kon gaan. Ondanks een prima eerste kwartier waar Milan het initiatief had ging het helemaal mis. Backs Marek Jankulovski en Gianluca Zambrotta (die al een dramatische Confederations Cup achter de rug had) werden helemaal overhoop gespeeld, met name door Maicon waardoor er geen beginnen aan was. De wedstrijd was gespeeld maar het duurde nog lang voordat de rook was opgetrokken. Gennaro Gattuso bekritiseerde Leonardo in het openbaar vanwege zijn late wissel (Gattuso pakte rood voordat hij vervangen werd). De eerste forse tegenslag was daar, er was onrust in de groep en de pers fileerde Milan en met name Leonardo, Gattuso en Ronaldinho dag na dag na dag.
Het was klaar, het was op, zo werd er gesteld. Wat al een aantal jaar geroepen werd leek te gebeuren. Na de nederlaag volgde een gelijkspel tegen laagvlieger Livorno, werd Bologna met alle moeite in eigen huis verslagen en leed de ploeg tegen Udinese opnieuw een kansloze nederlaag. Tot overmaat van ramp werd er in de Champions League in het San Siro verloren van unknown F.C Zurich. Spelers als Ronaldinho, Alexandre Pato maar ook ervaren lieden als Clarence Seedorf en Andrea Pirlo presteerden zwaar onder de maat. Na nóg eens twee teleurstellende resultaten was de maat vol. Leonardo liet de ietwat behoudende tactiek van Milan varen en koos voor zijn eigen strijdplan. Een verkapt 4-2-4 systeem. Pato scoorde na een lange tijd van droogte eindelijk een belangrijke en knappe goal op aangeven van Ronaldinho. Deze wedstrijd, en vooral deze goals, hebben het seizoen van Milan doen keren.
Nu wil ik niet de tien daarop volgende wedstrijden gaan analyseren en doorspreken, daar gaat het tenslotte niet om, maar de wedstrijd die volgde was Real Madrid waar na een spectaculaire en sensationele wedstrijd met 2-3 werd gewonnen en de ploeg een ongelofelijke boost zelfvertrouwen gaf.
Terug naar de titel. Spelers hebben door de jaren heen al vaak hun liefde betuigd aan de club A.C Milan. Het trainingscomplex Milanello ligt er prachtig bij, er wordt in rust van wedstrijd tot wedstrijd gewerkt. Veelal gehoord is dat Milan niet een club zou zijn maar een familie. Dit seizoen zijn de spelers opgegeten door de pers, herkauwd, en vervolgens uitgekotst. Vanaf de wedstrijd tegen Roma is de ploeg helemaal opgeleefd. Elke wedstrijd is er weer een nieuwe uitblinker. Waar vele ploegen in het hedendaagse voetbal kleine strijdjes binnen de selectie hebben viert Milan elke overwinning op een geweldige manier. Nelson Dida die werd besprongen na een cruciale redding twee minuten voor tijd tegen Chievo na zijn blunder in het Bernabeu. Nesta die diezelfde wedstrijd met twee zeldzame goals Milan de drie punten bezorgde of Huntelaar die met een ´doppietta´ (dubbel) in blessuretijd Milan de drie punten op Sicilie bezorgde.
Elk van deze individuen werd besprongen door de gehele selectie.Marco Storari die concurrent Dida op de rug springt. Marco Borriello die Klaas-Jan Huntelaar omarmt na zijn geweldige invalbeurt of Ronaldinho en Pato die elkaar bespringen. Het maakt niet uit wie het doet, als het maar gebeurt lijkt het motto. En zo hoort het ook te zijn. Na de uitstekende wedstrijd tegen Sampdoria had ik een discussie wie de man of the match titel verdiende. Was het Dinho met twee assists binnen het halve uur, was het Pato die Sampdoria rechtsback Marius Stankevicius aan alle kanten voorbij rende of was het Pirlo die het spel vanaf het middenveld met geweldige passes aanstuurde. Het maakt niet uit wie het doet, de Milanisti niet, de tifosi niet en ook Leonardo niet.
Er lijkt een vaste kern te zijn ontstaan met het geweldige centrale duo Silva en Nesta, Pirlo en Ambrosini vormen het hart van de ploeg en vullen elkaars kwaliteiten en tekortkomingen perfect aan. Seedorf is de verbinding tussen deze 2 linies en de tridente Pato, Borriello en de opgeleefde Ronaldinho. In de tactiek van Leonardo zijn de backposities erg belangrijk. Tot op heden hebben Gianluca Zambrotta en Massimo Oddo deze met wisselend succes ingevuld en de jonge Ignazio Abate en Luca Antonini lijken hun kans te pakken en met hun stevige wijze van verdedigen en hun onvermoeibare drang naar voren.
Met aanvallen is het belangrijk dat iedereen meedoet, verdedigend is het ook de bedoeling dat iedereen voor elkaar werkt. En dat gebeurt. Waar Ronaldinho Zambrotta en Antonini geregeld ontlast van wat verdedigend werk doet Pato dat aan de andere kant voor Oddo en Abate. Momenteel is Milan met deze opstelling een heel stuk aanvallender dan dat ze waren in voorgaande jaren waar er altijd voor dezelfde spelers werd gekozen en waar Milan afhankelijk was voor de voetballende oprispingen van spelers als Kaká en de toen nóg jongere Pato.
Dit Milan opereert geweldig als een team en staat voor garant voor spannende en spectaculaire wedstrijden. Natuurlijk is er voetbaltechnisch nog een hoop op aan te merken maar de stijgende lijn is nu toch echt ingezet. Milan bezet momenteel de tweede plaats in de Serie A op 4 punten van Inter en op 6 punten van plek 5 wat recht geeft op Euro League i.p.v de Champions League. Er kan dus voorlopig naar boven gekeken worden. De komende serie wedstrijden (Zurich, Palermo, Genoa, Fiorentina en Juventus) wordt cruciaal om te zien of Milan voor de Champions League plaatsen gaat spelen of dat ze Inter écht kunnen uitdagen voor de Scudetto.