Zondag 18 augustus 2007. Spaanse Supercopa. Het Estadio Santiago Bernabeu schudt op zijn grondvesten. De Nederlandse Surinamer genaamd Royston Ricky Drenthe schiet van een meter of dertig de bal genadeloos binnen. Niet wetende wat hij moet doen, rent hij maar naar toenmalig coach Bern Schuster, en geeft hem een 'high-five'. Typerend voor Drenthe , die zeker in het begin niet wist hoe met de situatie om te gaan.
Na welgeteld negenentwintig wedstrijden in het eerste van Feyenoord, en een fantastisch EK-21, stonden de clubs in de rij voor de handtekening van de Rotterdammer. Het grote Real Madrid trok aan het langste eind. Drenthe was op dat moment negentien jaar oud, en had nog veel te weinig ervaring, en wist dus nog niet wat hem te wachten stond. Het begin was veelbelovend, maar al gauw braken minderen tijden aan voor 'de nieuwe Roberto Carlos'.
Toen Drenthe de overstap maakte voor veertien miljoen euro, wisten alle kritische Nederlanders het al: Drenthe was te snel gegaan en had voor het geld gekozen. Talloze keren heb ik zulke reacties op voetbalzone voorbij zien komen. Begrijpelijk, en makkelijk om te zeggen. Op het moment dat een dergelijke club als Real je wilt hebben, zegt geen enkel weldenkend mens nee. Ten eerste omdat je met spelers als Raúl en Guti kan trainen, ten tweede omdat je voor tachtigduizend man kan spelen, en ten derde omdat er een miljoenencontract voor je klaarligt. Ieder die zegt dat hij hier nee tegen had gezegd, liegt dat 'ie barst.
Drenthe was negentien toen hij naar Real vertrok. Wij Nederlanders hebben denk ik te veel van hem verwacht. Was het wel terecht dat we meteen topprestaties van hem hebben verwacht? Nee, de gemiddelde Nederlandse voetballer die negentien is, voelt veel minder druk op zijn schouders. Toen Drenthe liet zich in de eerste weken nadrukkelijk op de training liet zien, speelde hij een aantal weken achter elkaar. Na een goede periode, ging het wat minder, en kwam men met teksten als ''zie je wel, hij kan het niet aan''. Opnieuw makkelijk, en begrijpelijk om te zeggen, maar naar mijn inzien onterecht.
Jeugdige spelers hebben twee dingen nodig, begeleiding en steun. Aan begeleiding kunnen wij niet bijdragen, dat moeten de spelers en de club doen. Maar steunen kunnen wij wel. We hadden in plaats van Drenthe afkraken, Drenthe moeten steunen. In hem moeten geloven. Hem desnoods ophemelen. Als een mens lekker in zijn vel zit, presteer je beter, dit werkt ook voor voetballers. Een voorbeeld hiervan was toen Drenthe werd uitgefloten, door eigen aanhang. Iets pijnlijkers is er niet voor een voetballer. Hij voelde zich daar logischerwijs niet lekker onder, en kwam in de daaropvolgende weken niet meer aan spelen toe. De Madristas hadden juist in de periode dat het minder ging, Drenthe moeten steunen. In hem moeten geloven, alleen is dit niet mogelijk bij een club als Real Madrid, want daar moet je er altijd staan. Althans, dat verwachten de fans van je. Drenthe's periode was dan ook volgens vele van ons ten einde bij Real Madrid.
Woensdag 21 oktober 2009. Champions League. Het Estadio Santiago Bernabeu schudt op zijn grondvesten. De Nederlandse Surinamer Royston Ricky Drenthe schiet de bal genadeloos van de rand zestien binnen. Een tijdelijke wederopstanding vindt plaats. Apetrots was ik, terwijl ik riep 'zie je wel, hij kan het wel!'. Tijdelijk zeg ik erbij, want kort hierna gaat het alweer minder met Drenthe, en komt hij minder aan spelen toe.
Na twee-en-een-half seizoen weet ik genoeg. Voetballen kan Drenthe wel, alleen constant zijn, en meerdere wedstrijden achter elkaar presteren, dat is lastig. Mocht Drenthe wel constant presteren, gaat hij hopelijk mee naar het WK. Ik hoop dat hij dan wel de harten van de altijd kritische fans veroverd.