PSV haalde Timo Baumgartl afgelopen zomer voor tien miljoen euro op bij VfB Stuttgart, terwijl er twaalf miljoen euro werd neergelegd voor de van RB Leipzig afkomstige Armindo Bruma. Beide aanwinsten hebben nog geen verpletterende indruk gemaakt in het Philips Stadion, maar volgens technisch manager John de Jong moeten de crititci in hun beoordeling niet alleen naar het prijskaartje kijken.
"Kijk eens naar de absolute top: Eden Hazard voor 100 miljoen naar Real Madrid, João Felix voor 125 miljoen naar Atlético Madrid, Pépé voor 80 miljoen naar Arsenal. Wat hebben zíj in hun eerste half jaar laten zien? Niet heel veel", beantwoordt De Jong zijn eigen vraag in gesprek met Voetbal International. Aanwinsten moeten de tijd krijgen om zich aan te passen aan hun nieuwe werkomgeving. "Laat ze fouten maken, laat ze spelen, pas na een langere periode kun je zeggen: goed genoeg, of níét goed genoeg. Niet nu al, dat is veel te vroeg."
De Jong ergert zich eraan dat mensen zonder kennis van zaken een oordeel vellen over het transferbeleid van PSV. "Ik denk dat sommige mensen niet heel goed kunnen inschatten wat erbij komt kijken om vanuit de spelersmarkt een aantal transfers te realiseren", aldus de bestuurder, die benadrukt dat het salarishuis van PSV anders in elkaar zit dan bij vermogende Europese topclubs. "Veel mensen kijken sec naar een uitgaande transfer, een bedrag dat gaat rondzingen en koppelen daar een bepaalde verwachting aan. Maar het ligt veel ingewikkelder."
De technisch manager erkent het belang van aankopen, maar verwijst ook naar de doorstroming van jeugdspelers als een van de belangrijkste zaken binnen het 'totaalplaatje' van PSV. "We hebben vorig jaar de contracten van Mohamed Ihattaren en Donyell Malen verlengd, Steven Bergwijn kunnen behouden en Cody Gakpo voor langere tijd vastgelegd. Belangrijke zaken voor PSV."