Atlético Madrid is in ieder geval voor even geklommen naar de koppositie in LaLiga. Het team van Diego Simeone kende zondag geen makkelijke wedstrijd tegen Real Betis, maar won wel: 1-0. Ángel Correa maakte het enige doelpunt in het Wanda Metropolitano. Door de zege heeft Atlético nu vijftien punten uit acht duels; Barcelona en Sevilla zouden de Madrilenen zondag nog kunnen passeren.

Betis kende een opmerkelijke seizoensstart: vóór zondag was de ploeg uit Sevilla al zes duels op rij ongeslagen en stond men op de zevende plek. Het doelsaldo was echter vijf om vijf; geen enkele ploeg had minder doelpunten gemaakt, maar tegelijkertijd had Betis minder tegengoals gekregen dan clubs als Real Madrid en Barcelona. De bezoekers wisten het dus ook Atlético erg lastig te maken en dat werd in de eerste minuten al duidelijk. Betis had in de openingsfase veel meer balbezit dan Atlético, maar kreeg wel te maken met een vroege domper na het uitvallen van Andrés Guardado.

Atlético, zonder de geblesseerde Diego Costa, maakte Betis onschadelijk. Zelf wist het team van Diego Simeone echter weinig te creëren in de eerste helft. Over het geheel had Simeone redenen om tevreden te zijn over het eerste bedrijf. Het ontbrak bij Atlético echter aan de scherpte in de afrondende fase. Een halve volley van Filipe Luís vormde de beste kans voor los Rojiblancos in de eerste helft.

Na de rust duwde Atlético het gaspedaal in. Een laag, geplaatst schot van Nikola Kalinic spatte uiteen op de linkerpaal; na ruim een uur dwong hij doelman Pau López tot een ingreep na goed voorbereidend werk van Antoine Griezmann. Het zo gewenste openingsdoelpunt viel een kwartier voor tijd. Vlak nadat Santiago Arias was ingevallen maakte Correa het verschil. De aanvaller maakte de nodige meters op de vijandelijke helft, kapte zijn tegenstander uit en vond vanaf een kleine twintig meter de linkerhoek: 1-0.