Dirk Kuyt brengt maandag zijn boek Het geloof in succes uit en beschrijft daarin onder meer zijn laatste seizoen bij Feyenoord, dat hij vorig jaar zomer afsloot met de eerste Rotterdamse landstitel in achttien jaar. De voormalige aanvoerder haalt echter ook een aantal zaken aan die volgens de club niet zo zijn verlopen en Feyenoord laat in een reactie aan het Algemeen Dagblad weten dat het 'zijn verhaal en vooral zijn herinneringen zijn. Dat is iets anders dan dat het werkelijk allemaal zo is gegaan.'
"Velen die er bij waren, onder wie de technisch directeur en de hoofdtrainer, herkennen zich nadrukkelijk niet in hoe sommige zaken volgens hem zijn verlopen. We gaan er verder niet op in. Dat willen we niet. Wij koesteren vooral dat we samen kampioen zijn geworden", reageert de club tegenover de ochtendkrant.
Kuyt vertelt in zijn boek onder meer dat het soms 'een speeltuin' was bij Feyenoord, waarbij spelers 'letterlijk lagen te rollebollen in de kleedkamer'. De oud-spits schrijft daarnaast over de confrontaties met trainer Giovanni van Bronckhorst, die hem vaker wisselde dan Kuyt lief was: "Ik kon maar niet op één lijn met de trainer komen dat ik in deze fase misschien niet de beste, maar wel de belangrijkste speler was."
In wat de kampioenswedstrijd voor Feyenoord had kunnen zijn tegen Excelsior (3-0 verlies) deed zich volgens Kuyt eveneens een voorval voor. Karim El Ahmadi en Tonny Vilhena zouden hem hebben gevraagd een peptalk te houden, waarna Van Bronckhorst echter besloot om zelf voor de groep te gaan staan: "Ik accepteerde het, maar voor mijn gevoel kwam het niet aan en de spelers hadden ook zoiets van: Dirk zou dit toch doen?", beschrijft Kuyt.