Het financiële rapport over het seizoen 2021/22 dat woensdag door de UEFA is uitgegeven laat duidelijk zien dat Ajax een behoorlijke voorsprong heeft op de andere Nederlandse clubs. De Amsterdamse club werd vorig jaar al in de achtste finale uitgeschakeld in de Champions League, maar desondanks toucheerde men bijna twintig miljoen euro meer dan alle overige Nederlandse deelnemers aan Europese toernooien bij elkaar.
Ajax streek in de voorbije voetbaljaargang in totaal 65,5 miljoen euro op, al is dat exclusief recettes voor de vier Europese thuisduels in de Champions League. De coëfficiëntenpremie op basis van de Europese resultaten van de afgelopen tien jaar bleek de grootste inkomstenbron te zijn: ruim twintig miljoen euro. De startpremie in het miljardenbal zorgde ervoor dat er nog eens ruim vijftien miljoen euro werd bijgeschreven op de rekening in Amsterdam.
De eerder genoemde startpremie van Ajax ligt volgens de berekeningen van de UEFA hoger dan het totale prijzengeld dat Feyenoord ontving. De verliezend finalist van de Conference League hield bijna vijftien miljoen euro over aan de succesvolle Europese campagne van het seizoen 2021/22. In de groepsfase van het Europese toernooi werd door de Rotterdammers ruim drie miljoen euro bij elkaar gespeeld. In de knock-outfase van de Conference League kwam daar voor Feyenoord nog eens ruim 6,5 miljoen euro bij.
PSV tussen Ajax en Feyenoord in
PSV was vorig seizoen actief in de Champions League, Europa League en Conference League. Het Europese avontuur bracht bijna twintig miljoen euro in het laatje. AZ overleefde de play-offs van de Europa League niet en ging verder in de Conference League. Eindresultaat: meer dan acht miljoen euro. De top vijf wordt afgesloten door Vitesse met een totaalbedrag van bijna zeven miljoen euro na ontmoetingen met onder meer Tottenham Hotspur en AS Roma in de Conference League.
Top vijf Nederlandse clubs:
1. Ajax (65,5 miljoen)
2. PSV (19 miljoen)
3. Feyenoord (14,3 miljoen)
4. AZ (8,2 miljoen)
5. Vitesse (6,9 miljoen)