Michiel Kramer vertrok afgelopen winter bij Feyenoord en daarmee kwam er een einde aan een huwelijk dat in het afgelopen anderhalf seizoen snel was verslechterd. De huidige spits van Sparta Rotterdam vond echter dat hij, gezien zijn prestaties en belangrijke doelpunten in het verleden, wel wat meer minuten had mogen krijgen van trainer Giovanni van Bronckhorst.

"Ik dacht dat ik wel een beetje waardering had verdiend na dat eerste seizoen waarin ik zestien keer scoorde en beslissend was in de bekerfinale, maar dat blijkt dan tegen te vallen. Dat was wel waarmee ik moeite had", vertelt hij aan Voetbal International. De reden dat hij geen kansen meer kreeg, weet Kramer zelf niet: "Ze zullen het vermoedelijk gooien op dat ik niet hard kon of wilde trainen, maar dat is zo'n bullshit, joh."

"Ik train bij Sparta hetzelfde als bij Feyenoord en hier zijn ze heel tevreden. Ik geef wel toe dat ik er bij Feyenoord op een gegeven moment goed klaar mee was en dat toen heb laten blijken. Niet slim, maar zo zit ik dan ook weer in elkaar", gaat de aanvaller verder. Kramer stond een aantal keer op het punt om naar Van Bronckhorst te stappen, maar heeft zich ingehouden.

Hij denkt dat zijn vaderschap, waardoor hij rustiger is geworden, hier een belangrijke rol in heeft gespeeld. Volgens Kramer is hij hier een 'beter persoon' van geworden: "Het stemmetje in mijn hoofd dat zei: 'Niet doen', begon het steeds meer te winnen van de stem die vertelde dat ik met deuren moest gaan slaan. Op zich is dat wel een mooie ontwikkeling geweest."