Ricardo van Rhijn is na zijn tijdelijke overstap van Club Brugge naar AZ sinds afgelopen zomer weer terug in de Eredivisie, maar de verdediger is er dit seizoen onder John van den Brom niet in geslaagd om een onbetwiste basisplaats te veroveren. Ondanks dat hij minder minuten maakt dan eigenlijk de bedoel was, heeft hij geen spijt van zijn terugkeer op de Nederlandse velden.

"Ik ben blij dat ik terug in Nederland ben. Zeker gezien de situatie waarin ik zat, ben ik blij dat ik weg kon bij Brugge. Het was voor mij niet dusdanig prettig, dat ik daar wilde blijven. Automatisch ben ik dan ook dicht bij familie en vrienden, want de afstanden zijn nu wat makkelijker te overbruggen", legt hij uit op de officiële website van de Alkmaarders. Van Rhijn kende geen ideale start van zijn periode in het AFAS Stadion: "Ik kwam een paar dagen voor het sluiten van de transferwindow over van Club Brugge."

"De ploeg was op dat moment al een paar wedstrijden onderweg. Ik had ook nog wat tijd nodig om überhaupt wedstrijdfit te raken", gaat hij verder. In het toernooi om de KNVB Beker, waarvan AZ later deze maand in De Kuip de finale zal spelen tegen Feyenoord, is zijn rol echter groter. Van Rhijn hoopt dan op het veld te staan en wellicht met een vrije trap een van zijn voornaamste wapens in te kunnen zetten: "Ik heb er wel eens één raak geschoten. Bij Ajax nam ik ze eigenlijk nooit."

Van Rhijn moest in Amsterdam doorgaans voorrang verlenen aan spelers als Toby Alderweireld, Jan Vertonghen, Lasse Schöne en Christian Eriksen: "Het moment dat ik de vrije trappen ging nemen, kwam pas in mijn laatste periode. En dan vooral van grotere afstand. Ik heb in ieder geval één hele mooi vrije trap gemaakt en dat is op dezelfde plek als waar we de 22e van april gaan spelen." De vleugelverdediger traint sinds zijn Ajax-tijd extra op standaardsituaties: "Ik neem natuurlijk een bepaalt risico met mijn manier van trappen. Door dat trainen, heb ik een bepaalde zekerheid over mijn trap gekregen. Dat zit er nu wel aardig in."