Geridderd journalist Kees Jansma liet in aflevering een van het tweede seizoen van Kopstukken vanuit Bar & Restaurant NOLA in Utrecht het achterste van zijn tong zien. Na de strenge selectieprocedure haalden niet al zijn verhalen de uiteindelijke aflevering, maar daarmee mogen zij niet verloren gaan. In de bonusaflevering Fragmenten & Feitjes vertelt Jansma onder andere over zijn 'mislukte' boek over Wesley Sneijder en het moment dat hij brutale fans het liefst te lijf gaat.
Door Justus Dingemanse en Kevin van Buuren
Na een roemrijke carrière werd het tijd om WK-finalist, Champions League-winnaar en recordinternational Wesley Sneijder te vereeuwigen in inkt. De pen van Jansma leek daarvoor het meest geschikt, gezien hij Sneijder van dichtbij meemaakte in zijn periode als perschef van Oranje. Toch waren zowel Sneijder als Jansma zelf beiden niet tevreden over het boek: "Ik denk dat we elkaar te goed kenden, te veel van elkaar wisten om nog een keer tot een soort intimiteit te komen. Dat is gewoon niet goed gelukt", analyseert Jansma.
Dat lag overigens niet aan Sneijder, benadrukt De Badmuts als hij de herinneringen aan het schrijfproces ophaalt: "Op sommige dingen vroeg ik niet door. Dan dacht ik, dat komt er toch wel uit. Maar het kwam er niet uit toen ik achter mijn typmachine zat." Al erkent hij wel dat ook Sneijder niet altijd evengoed meewerkte, bijvoorbeeld toen hij een afspraak voor het boek afzegde om te gaan vissen met zijn broer. Jansma reed die dag het hele Amsterdam-Rijnkanaal af om de voormalig nummer tien op te sporen en had vervolgens een kostelijke middag aan het water.
De carrière van Sneijder, die Jansma in het boek beschrijft, bouwde de oud-international gestaag af. Na zijn topjaren bij Internazionale koos hij voor transfers naar respectievelijk Galatasaray, OGC Nice en het Qatareese Al Gharafa. Zo ontsnapte hij de negatieve behandeling die profs soms krijgen aan het einde van hun loopbaan, wanneer het lijf de geest niet meer bij kan houden. Een behandeling die schaatser Sven Kramer ooit kreeg voor de neus van Jansma. "Iemand zei na een wedstrijd tegen hem 'Jezus, wat ben jij slecht!'. Zo'n man kan ik bijna te lijf gaan."
Respect en bescherming voor de sporter, dat praktiseerde Jansma zijn gehele carrière. Zo verzuimde hij in '88 zijn journalistieke plicht, toen hij voor de menigte verzweeg dat spelers van het Nederlands elftal voorafgaand aan de wedstrijd tegen Ierland langs haptonoom Ted Troost gingen voor mentale steun. "Daar kreeg ik ook iets voor terug: vertrouwen van de spelers". Spijt daarvan heeft Jansma overigens allerminst, al benadrukt hij ook dat het een andere tijd was: "Als ik dat nu had gedaan, was ik waarschijnlijk ontslagen geweest!"
Gelukkig hoefde Jansma niet te denken aan een carrièreswitch, al had hij daar gedurende zijn loopbaan wel de mogelijkheid toe. Als trainer van Ajax nomineerde Marco van Basten de toenmalig perschef in 2008 voor het directeurschap bij de Amsterdamse club. In een eerder stadium had ook Feyenoord al 150.000 gulden en de sleutels voor een nieuwe auto klaarliggen. "Die aanbieding had ik thuis liggen, dat heb ik toen niet aangedurfd", herinnert Jansma zich zijn 'lafhartige' reactie op het aanbod. Ook bij Ajax kwam het niet verder dan één gesprek: "Zij vroegen: 'Hoe zie jij als nieuwe directeur onze rol?' Nou... niet. Als je een directeur aanneemt, moet je die wel laten werken."