Feyenoord kan bij de intrede van het nieuwe stadion toch rekenen op een vast bedrag van 25 miljoen euro. Algemeen directeur Jan de Jong eiste bij de bouw van een nieuw onderkomen dat Feyenoord jaarlijks het genoemde bedrag moest krijgen. De politiek was niet blij met de eis, maar volgens het NRC Handelsblad lijkt de patstelling doorbroken.
De afspraak moet nog worden uitgewerkt, maar de patstelling tussen de club en de gemeente Rotterdam lijkt doorbroken, zo melden bronnen aan de krant. 'D66-wethouder Adriaan Visser (financiën en grote projecten) en coalitiepartijen VVD, CDA en D66 toonden zich in de raad onaangenaam verrast over de eis', zo klinkt het.
'De gemeente, die 135 miljoen euro bijdraagt in aandelen, grond en infrastructuur, kan niet akkoord gaan, zei hij. Er zijn afspraken in een gemeentelijke position paper over de volgorde van uitkeringen aan financiers van het nieuwe stadion', aldus het NRC Handelsblad. Feyenoord en het stadionbedrijf willen deze maand beslissen of ze doorgaan met de plannen.
Als het stadion in 2023 opgeleverd moet worden, is een snelle beslissing vereist. Concreet gaat het om de opdracht voor een definitief stadionontwerp en de aanvraag van een tweede tranche krediet van 9,5 miljoen euro voor de uitwerking van het plan. Voor de financiering is nog tijd, maar het aantrekken van investeerders verloopt niet soepel. Een ander punt van zorg is het draagvlak voor het nieuwe stadion, zo luidt het bericht.