De werkdruk voor voetballers is toegenomen, blijkt uit een nieuw rapport van de internationale spelersvakbond FIFPro. In het rapport wordt onderzocht hoe vaak spelers back-to-back-wedstrijden spelen, wat wordt gedefinieerd als het spelen van minstens 45 minuten in twee opeenvolgende wedstrijden, met minder dan vijf rustdagen ertussen. De werkdruk druist volgens FIFPro in tegen medisch-wetenschappelijke adviezen voor het bedrijven van topsport.
Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat spelers een grotere kans hebben op spierblessures als ze twee wedstrijden per week spelen. Bovendien is het moeilijker om te herstellen tussen de wedstrijden door. Mede daarom is het riskant om spelers zoveel back-to-back-wedstrijden te laten spelen. Het onderzoek is uitgevoerd onder 265 voetballers in 44 competities tussen juni 2018 en augustus 2021 en beslaat zodoende drie verschillende seizoenen. Een wedstrijd waarin een speler 45 minuten uitkomt, terwijl hij minder dan vijf dagen daarvoor ook 45 minuten speelde, wordt in het rapport omschreven als een wedstrijd in de critical zone, omdat de speler mogelijk te veel belast wordt.
In 2018/19 bevonden de spelers zich in 46,9 procent van hun speelminuten in de critical zone; in 2020/21 was dat aandeel toegenomen tot 52,7 procent. Binnen de UEFA-regio zijn Daley Blind van Ajax (73,9 procent), Rúben Dias van Manchester City (73,3 procent), Frenkie de Jong van Barcelona (67,2 procent), Samir Handanovic van Internazionale (66,8 procent) en Matthijs de Ligt van Juventus (66,7 procent) de spelers die zich in de grootste gedeeltes van hun speelminuten bevonden in de critical zone. Het gaat om een gemiddelde over de drie seizoenen. Bij De Jong en De Ligt worden de minuten die zij in 2018/19 maakten in dienst van Ajax dus meegenomen. Van de vijf spelers noteerde Días de meeste speelminuten (18.361) in de drie seizoenen. Daarna komen De Jong (16.055), Handanovic (14.873), De Ligt (14.595) en Blind (14.346)
In het rapport wordt ook ingezoomd op de reisafstanden die voetballers afleggen om uit te komen voor hun clubs en nationale ploegen. Hoewel er tijdens de coronacrisis minder is gereisd, vormen langeafstandsreizen nog altijd een gezondheidsrisico en hebben ze een negatieve invloed op de prestaties, omdat spelers in korte tijd te maken krijgen met verschillende tijdzones en klimaten. Met name spelers die deelnemen aan de WK-kwalificatiewedstrijden in Zuid-Amerika en/of het WK voor clubteams moeten veel reizen. Als voorbeeld van een speler die veel reisbewegingen maakt, wordt Nicolás Tagliafico genoemd. De linksback van Ajax, die uitkomt voor de nationale ploeg van Argentinië, wordt in het rapport vergeleken met Blind. Ze speelden sinds het seizoen 2018/19 ongeveer evenveel minuten: Blind kwam tot 14.346 minuten en Tagliafico tot 14.215.
"Ze zijn allebei belangrijke spelers in hun ploeg en spelen bijna altijd als ze beschikbaar zijn. Het totaal aantal minsten dat ze hebben gespeeld sinds het seizoen 2018/19, is bijna identiek. Ook hebben ze bijna evenveel interlands gespeeld (Blind 28, Tagliafico 26, red.) Maar omdat Tagliafico vaak heeft moeten reizen naar Zuid-Amerika om voor zijn nationale elftal te spelen, is zijn werkdruk qua reizen drie keer zo groot als die van Blind", luidt het rapport, dat vervolgens de cijfers van beide spelers blootlegt. Blind reisde sinds 2018/19 in totaal 88.585 kilometer en was 135 uur onderweg. Hij wisselde 64 keer van tijdzone en in slechts 8,2 procent van zijn trips passeerde hij minstens twee tijdzones. Tagliafico reisde 258.682 kilometer, was 350 uur onderweg, wisselde 126 keer van tijdzone en in 29,8 procent van zijn trips passeerde hij minstens twee tijdzones.
In het rapport wordt gesproken over de mogelijkheid om spelers verplicht vrij te geven na een bepaald aantal back-to-back-wedstrijden, wat in de praktijk kan betekenen dat een Premier League-speler per seizoen twee tot acht wedstrijden minder zou spelen voor zijn club en land. FIFPro ziet ook graag dat spelers minstens 28 dagen vakantie hebben tussen de seizoenen door, en minstens 14 dagen indien een pauze midden in het seizoen valt, zoals de winterstop. Van alle off-season breaks was 45 procent echter korter dan 28 dagen en van de in-season breaks was 30 procent korter dan 14 dagen. Er zijn dus veel voetballers die niet voldoende rust krijgen, schrijft de FIFPro. "Een speler sprak zelfs over een gemiddelde van minder dan zeven dagen rust per off-season in de afgelopen drie jaar."
Het volledige rapport van FIFPro is hier te downloaden (werkt niet via de app).