Atlético Madrid heeft zaterdagavond niet de (voorlopige) koppositie in LaLiga gegrepen. Het team van trainer Diego Simeone remiseerde op bezoek bij Villarreal en komt zodoende op zestien punten: 1-1. Deportivo Alavés leidt met zeventien punten de dans, maar Barcelona of Sevilla kan op de nummer één-positie overnachten. De Catalanen hebben vijftien punten en de Zuid-Spanjaarden verzamelden één punt meer.

In de eerste helft in het Estadio de la Ceramica vielen weliswaar geen doelpunten, maar beide teams hadden diverse mogelijkheden om de wedstrijd open te breken. De grootste kans was zonder meer voor Gerard Moreno, die bijna op de doellijn voor de 1-0 had kunnen zorgen maar faalde. De redding van Jan Oblak op het schot van Jaume Costas mocht er ook zijn. Nikola Kalinic, Saúl Ñiguez en Antonio Griezmann probeerden Sergio Asenjo te passeren, maar ook zij konden niet een doelpuntloze ruststand voorkomen.

Meer: Racistisch gedrag richting Nico Williams smet op belangrijke zege Atlético

Atlético nam na 53 minuten de leiding: na een vrije trap van Antoine Griezmann kopte Ramiro Funes Mori de bal via de vingertoppen van Asenjo op de lat, waarna Filipe Luis de rebound met het hoofd benutte. Het was voor de Braziliaan zijn eerste kopdoelpunt na 332 LaLiga-duels. Twaalf minuten later poetste Villarreal de nadelige marge weg. Na een pass van Carlos Bacca kwam de bal uiteindelijk via enkele medespelers bij Mario Gaspar terecht: de captain verschalkte Oblak met een diagonaal schot.

Het was aan Oblak te danken dat Atlético niet met een nederlaag uit Vila-real vertrok. De doelman kwam oog in oog met zowel Moreno als Bacca als winnaar uit de strijd. Moreno kwam niet veel later enkele centimeters te kort om alsnog zijn gram te halen. Het had niet veel gescheeld of Thomas Lemar had vlak voor de tijd voor de 1-2 gezorgd. De invaller stond vrij, maar zijn kopbal miste de juiste richting.