Marcel Keizer begon afgelopen zomer met hoge verwachtingen aan zijn nieuwe klus bij Ajax, maar zijn avontuur bij de hoofdmacht verliep voor de voormalige trainer van Jong Ajax niet zoals gehoopt. De Amsterdammers kozen ervoor om de oefenmeester na een tegenvallende eerste seizoenshelft vlak voor de winterstop op straat te zetten en hem te vervangen door de toen nog bij FC Utrecht actieve Erik ten Hag.
Algemeen directeur Edwin van der Sar legt uit dat de eerste helft van de competitie niet zo verliep als gewenst: "Daar zijn aantoonbare redenen voor, maar ook andere zaken die de technische staf in onze ogen niet goed deed of waar verkeerde vervolgstappen werden genomen. We hebben deze stap genomen om spelers en het team beter door te ontwikkelen", vertelt hij in gesprek met Ajax Life.
De voormalige doelman ontkent dat het plan om Ten Hag aan te stellen in de zomer al werd gesmeed: "Nee, dat ontstaat. Als je voor iemand gaat, moet je daar vol voor gaan en moet je iemand steunen. Dat blijft altijd lastig. De een vindt dat we Marcel te weinig hebben gesteund, de ander juist te veel. Dat vind ik altijd een arbitrair iets tussen mensen", gaat hij verder. Van der Sar geeft aan dat Ajax een clean break wilde maken om te zorgen dat de achterstand op PSV werd verkleind.
Als dat niet zou lukken, moest er met Ten Hag alvast een basis gelegd worden voor het volgende seizoen en hoewel de achterstand onder de nieuwe trainer alleen maar verder opliep, vindt Van der Sar dat er in bepaalde opzichten zeker progressie is geboekt: "Het was in ieder geval nog niet genoeg om PSV in te halen. Feit blijft dat we bij vlagen té kwetsbaar bleken. Dan miste de ploeg een bepaalde mentaliteit waarmee je drie punten binnensleept."