Arjen Robben staat vanavond met Bayern München tegenover zijn voormalig werkgever Real Madrid, in het kader van de halve finales van Champions League. De Madrileense topclub maakte medio 2007 36 miljoen euro over naar Chelsea en de toekomst van de Oranje-international leek nog jaren in het Santiago Bernabéu te liggen. Robben was twee jaar later echter het slachtoffer van een zomer waarin door Real met geld werd gesmeten.

Onder meer Cristiano Ronaldo, Kaká, Karim Benzema en Xabi Alonso kwamen voor een gezamenlijk transferbedrag van dik 250 miljoen euro naar Madrid en daar werden de aanwezige Nederlanders de dupe van. Zo verkaste Robben voor 24 miljoen euro naar Beieren. "Wij werden gehaald door de president van dat moment, Ramón Calderón en technisch directeur Predrag Mijatovic", memoreert Rafael van der Vaart in gesprek met de NOS. "Dan merk je pas wat voor club het eigenlijk is."

"Er werden onder Florentino Pérez allemaal nieuwe spelers gehaald en de spelers van de vorige president moesten weg. Dat vond ik koud en heel raar. Dat kennen wij in Nederland niet zo." Robben en Van der Vaart werden vakkundig weggepest, net als Klaas-Jan Huntelaar en Wesley Sneijder. "Eerst moest Huntelaar apart trainen. Daar werden onderling nog grapjes over gemaakt. Maar op een gegeven moment trainden we met zijn vieren, geloof ik. Vier Nederlanders, apart van de rest."

Het viertal mocht nergens aan meedoen en doodde zijn tijd met 'een beetje voetvolleyen'. "Niemand praatte met je, je mocht niet mee op trainingskamp. Dat vond ik een hele slechte zaak. Wie moest vertrekken, werd van bovenaf bepaald. Het had niets met voetbal te maken." Van der Vaart bleef uiteindelijk nog een jaar, kwam regelmatig aan spelen toe en kon het hoofdstuk Real zodoende goed afsluiten. "Daar ben ik wel blij mee."

Net als Robben maakt Van der Vaart ook de andere kant van Real Madrid mee. "Als je komt, is het een heerlijke club. Ze doen alles voor je. Ik heb het als een hele leuke tijd ervaren." Van der Vaart denkt dat Robben veel heeft geleerd in Madrid. "Mensen hebben het weleens over druk, maar spelen voor Real is echt ultieme druk. Als je met 2-0 wint, moet het 4-0 zijn, heel extreem. Dat maakt je hard. Je raakt niet zo snel meer in paniek als je naar een andere club gaat."