De scouting van Ajax schreeuwt om een impuls, zo schrijft het Parool. Het regionale dagblad erkent dat de Amsterdamse club zowel sportief als financieel een enorme groei doormaakt, maar dat de scouting niet meegroeit. Journalist Dick Sintenie plaatst vraagtekens bij de scouting betaald voetbal van Ajax én het 'verre van consistente' aankoopbeleid van directeur voetbalzaken Marc Overmars.
Met name 'de opvolging van Matthijs de Ligt' lijkt Overmars hoofdbrekens te bezorgen. Ajax investeerde in totaal elf miljoen euro in Lisandro Magallán en Perr Schuurs en betaalde ook nog eens vijftien miljoen euro voor Edson Álvarez. "Erik ten Hag had al vrij snel in de gaten dat Álvarez niet gewend was om op de middenlijn, met zeventig meter ruimte in zijn rug te verdedigen. Een tamelijk bizarre constatering."
Sintenie schrijft dat Ajax 'meer tijd, geld en energie moet steken in het speuren naar voetballers die een duidelijke meerwaarde hebben voor de A-selectie en die nog niet de hoofdprijs moeten kosten'. In Nederland zit het qua jeugdscouting uitstekend: tien vaste krachten en ongeveer honderd vrijwilligers brengen alle talenten in kaart. "Voor een club die in zo'n grote mate leeft van de opleiding is dat onontbeerlijk. Maar het staat in schril contrast met de scouting betaald voetbal van Ajax."
Henk Veldmate, Hans van der Zee, Fred Arroyo en Roy Wesseling zijn de enige personen die in naam van Ajax de wereld rondreizen op zoek naar versterkingen, terwijl John Steen Olsen (Denemarken) en Angelo De Gruyter (Frankrijk en België) als standplaats hebben. "Vergelijk dat eens met een club als Manchester United, met zijn tachtig internationale scouts. Ajax hobbelt daar wat achteraan en moet in bijvoorbeeld Zuid- en Midden-Amerika geregeld terugvallen op derden", verwijst Sintenie naar 'zaakwaarnemers en zzp'ers'.
"Het nadeel is dat die tussenpersonen niet alleen het belang van Ajax dienen, maar ook hun eigenbelang." De investering in Magallán had ook gebruikt kunnen worden om vier fulltime scouts voor vijf jaar aan het werk te zetten, zo luidt de conclusie. "Vooral nu Ajax meer dan ooit bereid is om transferbedragen tussen de tien en twintig miljoen uit te geven aan spelers." Sintenie wijst erop dat juist de gescoute spelers in te veel gevallen teleurstellen. "Magallán is door de mand gevallen, de toegevoegde waarde van Razvan Marin is vooralsnog nul en ook Álvarez is bij Ajax inmiddels op een zijspoor beland."