Italië slaat toe in blessuretijd en velt vonnis over Polen
Italië snakte naar een overwinning. De wereldkampioen van 2006 had slechts een van de voorgaande tien duels gewonnen; Mancini had nog geen enkele van zijn vijf wedstrijden omgezet in winst. De bondscoach koos voor hetzelfde team dat woensdag met 1-1 remiseerde in de vriendschappelijke ontmoeting met Oekraïne. De Italianen waren in de openingsfase de baas op het middenveld en zorgden in de eerste minuut al voor opschudding, toen Jorginho van afstand de lat trof met een vlammend schot.
Na een halfuur mocht Polen het aluminium opnieuw dankbaar zijn. Ditmaal was het Lorenzo Insigne die de lat trof. Het openingsdoelpunt hing in de lucht, maar viel niet in de eerste helft. Daar was niet alleen de lat debet aan, maar ook Wojciech Szczesny: met name in de slotfase van het eerste bedrijf liet de keeper zich gelden. Hij pareerde een kopbal van Giorgio Chiellini, pakte een schot van Federico Bernardeschi én had een cruciale redding in huis in de benedenhoek op een inzet van Alessandro Florenzi.
Italië was heer en meester; Polen stelde er niets tegenover voor eigen publiek. Robert Lewandowski en Arek Milik vormden de voorhoede, maar kwamen amper in het stuk voor. In de tweede helft liet Polen wel van zich horen: na 57 minuten werd Gianluigi Donnarumma tot een dubbele redding gedwongen. Nog veel gevaarlijker werd de thuisploeg in de 73ste minuut, kort nadat een Italiaans doelpunt werd afgekeurd wegens buitenspel. Van dichtbij stuitte Kamil Grosicki op Donnarumma, waarna Milik de grote kans uit de rebound verprutste. Het leek bij 0-0 te blijven, maar debutant Kevin Lasagna stelde Biraghi in de blessuretijd in staat om met een schot van dichtbij het vonnis over Polen te vellen.
