Ajax werkt Feyenoord uit toernooi om KNVB Beker
Feyenoord kende tegen FC Utrecht in de competitie (2-5) een ijzersterke generale repetitie en de Rotterdammers reisden dan ook met vertrouwen af naar Amsterdam. Toen de bal al na een paar minuten al in het net lag zullen de Rotterdammers alleen maar meer vertrouwen getankt hebben. Tonny Vilhena ontsnapte randje buitenspel aan de aandacht en de middenvelder wipte de bal over Kenneth Vermeer heen. Uiteindelijk gaf Boëtius net voor de lijn het laatste zetje en dat was nodig ook, want Ricardo van Rhijn probeerde de bal nog van de doellijn te vegen.
De Rotterdammers gunden Ajax de bal, maar de Amsterdammers speelden in een te laag tempo om het de bezoekers lastig te maken. De grootste kansen waren voor Feyenoord: na slecht verdedigen van Nicolai Boilesen kon Ruben Schaken net niet afronden, nadat Vermeer langs de bal dook werd de bal van de Amsterdamse lijn gehaald en een schot van Graziano Pellè werd gepakt door Vermeer.
Ajax begon echter steeds beter te voetballen en dat resulteerde na een dik halfuur in de gelijkmaker. Joris Mathijsen torpedeerde Lerin Duarte, maar arbiter Kevin Blom paste voordeel toe en hij zag hoe aanvoerder Daley Blind een sublieme pass verstuurde. Viktor Fischer omspeelde Erwin Mulder, merkte dat Daryl Janmaat slecht ingreep en plaatste de bal in het net (1-1). Feyenoord wankelde: drie minuten later kreeg Fischer weer een grote kans, ware het niet dat zijn inzet van de lijn werd gehaald door de Feyenoord-defensie.
Na de pauze verdeelden beide partijen de kansen. Schaken werd vrijgespeeld in het strafschopgebied, maar de vleugelspeler stuitte op de dappere Vermeer. Daarna schoot Bojan naast, deed Vilhena hetzelfde en besloot Schaken een rush met een inzet voorlangs. Na zeventig minuten kwam Ajax voor het eerst op voorsprong. Een afgemeten voorzet van Blind werd katachtig gepareerd door Mulder, maar Bojan stond op de juiste plek om binnen te koppen. In de blessuretijd, toen Feyenoord alles of niets speelde, tekende invaller Serero nog voor de 3-1.
