Bale bezorgt Real derde CL op rij met bizarre omhaal en afstandsknal
Liverpool schoot met Virgil van Dijk en Georginio Wijnaldum als basisspelers nog wel agressief uit de startblokken in het NSK Olimpiejsky. De Engelse grootmacht was in zijn eerste Champions League-finale sinds 2007 zeker niet voornemens zich in te graven en nam het heft vanaf het eerste fluitsignaal in handen. Liverpool dook in de openingsfase enkele keren gevaarlijk op rond het strafschopgebied van Real Madrid, maar doordat de laatste pass telkens ontbrak, bleef echt groot gevaar voor het doel van Keylor Navas uit. Aan de overzijde schoot Cristiano Ronaldo uit een moeilijke hoek hoog over.
De eerste serieuze doelpoging van Liverpool kwam halverwege de eerste helft op naam van Trent Alexander-Arnold: hij dwong Navas tot een redding met een diagonaal schot. De formatie van manager Jürgen Klopp had zijn zaakjes daarmee op orde, maar kreeg na een half uur voetballen plots een enorme dreun te verwerken. Sterspeler Mohamed Salah moest zich na een ongelukkige val die volgde op een duel met Sergio Ramos laten vervangen met een schouderblessure. Daarmee was het fysieke leed in een rommelige eerste helft overigens nog niet voorbij, want kort na het uitvallen van Salah moest ook Real Madrid-verdediger Daniel Carvajal geblesseerd afhaken.
In de tien minuten die daarna volgden voor rust was Real Madrid de bovenliggende partij. Een doelpunt van Karim Benzema werd afgekeurd vanwege buitenspel, nadat Ronaldo in eerste instantie met het hoofd Loris Karius aan het werk had gezet, terwijl invaller Nacho rakelings naast volleerde. Het slotoffensief van de Spanjaarden bleek een voorbode voor wat ging komen. Real Madrid kwam na de onderbreking sterk uit de kleedkamer. Nadat Isco al vroeg in de tweede helft de lat raakte met een fijn balletje, opende de ploeg van Zidane zes minuten na rust alsnog de score, al was de manier waarop het doelpunt tot stand kwam bizar.
Doelman Karius dacht het spel eenvoudig te kunnen hervatten met een uitworp, maar had de jagende Benzema daarbij over het hoofd gezien. De Franse spits kreeg de bal tegen zich aangegooid, waarna het speeltuig tergend langzaam in het Engelse doel rolde: 1-0. Liverpool leek daarmee rijp voor de slacht, maar niets bleek aanvankelijk minder waar, want Sadio Mané zorgde vier minuten na de treffer van Benzema alweer voor de gelijkmaker. De Senegalees ontsnapte na een hoekschop aan de aandacht van Marcelo en kon vervolgens van dichtbij binnenwerken.
Dat was voor Zidane reden om Bale te brengen. De Welshman werd als vervanger van Isco binnen de lijnen gebracht en verzorgde 144 seconden na zijn invalbeurt een onwerkelijk doelpunt. Nadat het leder door Marcelo in het strafschopgebied van Liverpool was gebracht, produceerde Bale een briljante omhaal waarmee hij de kruising vond: 2-1. Dat bleek de genadeklap voor Liverpool. Mané raakte kort na het huzarenstukje van Bale nog wel de buitenkant van de paal, maar daarna verdween het heilige vuur langzaam maar zeker bij the Reds. Het slotakkoord was uiteindelijk voor Bale. De linkspoot trok zeven minuten voor tijd naar binnen en produceerde vervolgens van een meter of dertig een uithaal die de blunderende Karius te machtig was.
