Barcelona houdt stand tegen kansenmissend Real Madrid
Real Madrid liet in de beginfase een goede indruk achter. Het team van Mourinho zette druk op de defensie van Barcelona, maar net als in de voorgaande Clásicos liet men voortdurend na om haar mogelijkheden te benutten. Liefst vijf keer waren de bezoekers in de eerste helft dicht bij een treffer, maar het rendement was nihil. Dat kwam los Merengues duur, zeer duur te staan. Een flater van Gerard Piqué werd na twaalf seconden niet door Gonzalo Higuaín afgestraft en enkele minuten later schoot Cristiano Ronaldo naast. De Portugees kreeg een herkansing, maar José Manuel Pinto verrichtte een goede redding. Real verstoorde continu het opbouwende spel van Barcelona, dat in de eerste twintig minuten niet verder kwam dan een poging van Lionel Messi. Dat was ook voor een groot deel te wijten aan het feit dat de defensie van Real Madrid enkele meters meer naar voren stond dan normaal.
Het gezicht van Guardiola sprak boekdelen. Een kopbal van Pepe na een hoekschop werd door Sergio Busquets ogenschijnlijk met de borst gekeerd, maar Real Madrid claimde hands. Na een klein half uur spelen schoot Mesut Özil de bal vanaf 35 meter op de lat en daarna kon Pinto voorkomen dat een nieuwe defensieve blunder door Higuaín werd afgestraft. Tot overmaat van ramp moest Andrés Iniesta geblesseerd afhaken. In de laatste tien minuten keek het Camp Nou echter tevreden toe hoe los Azulgrana de bezoekers op hun eigen helft terugdreven en bovendien een dubbele voorsprong namen. Na een geweldige actie van Messi werkte Pedro, de vervanger van Iniesta, de bal achter Iker Casillas: 1-0. De spanningen liepen hoog op. Messi nam in een duel met Pepe duidelijk revanche en Lassana Diarra ontsnapte aan een tweede gele kaart na een charge op de Argentijn. Met een geweldige knal zette Daniel Alves in de blessuretijd van de eerste helft de 2-0 op het scorebord.
Real Madrid leek na rust aanvankelijk niet in staat om een krachttoer te leveren. Bij elk balcontact van Barcelona galmde een olé door het Camp Nou en de Catalaanse aanhang verzocht Mourinho om vooral niet bij los Merengues te vertrekken. Dat deed het team van Mourinho zichtbaar pijn. Tien minuten na rust leek Real Madrid de achterstand te verkleinen, maar de treffer van Ramos werd afgekeurd vanwege een overtreding op Alves. Een getergde Ronaldo kreeg geel voor protesteren. Mourinho nam geen risico en haalde Diarra naar de kant. Verder opteerde hij voor het inbrengen van José Maria Callejón en Karim Benzema. Real Madrid kwam na ruim een uur spelen terug in de wedstrijd en bewees dat een aanvallende speelstijl tegen Barcelona wel degelijk resultaat kan opleveren. Na een uitstekende pass van Özil kwam Ronaldo oog in oog met Pinto te staan en rondde hij uitstekend af: 2-1.
Barcelona probeerde de krachtmeting in slaap te sussen, maar daar dacht Real Madrid heel anders over. Drie minuten na de treffer van Ronaldo zorgde Benzema voor de 2-2 en was het Camp Nou muis -en muisstil. Guardiola was er niet gerust op en bouwde met Javier Mascherano en Thiago Alcántara meer zekerheid in het spel van Barcelona. Ronaldo liet na voorbereidend werk van Özil na om voor de 2-3 te zorgen, terwijl een inzet van Messi maar net niet in het doel van Casillas ging. Het team van Mourinho zette alles op alles, maar het mocht niet baten. Barcelona hield stand en Real Madrid eindigde de wedstrijd met tien man, na een rode kaart voor Ramos.
