Bayern München legt druk bij Ajax en Benfica na sobere zege
Bayern kende afgelopen weekeinde in de Bundesliga met een 1-3 zege op VfL Wolfsburg een degelijke generale repetitie voor de wedstrijd in Athene. Arjen Robben werd toen met tweemaal geel van het veld gestuurd, maar de Nederlander kon tegen AEK gewoon weer rekenen op een basisplaats. Bayern was vanaf het eerste fluitsignaal de bovenliggende partij, kreeg in de eerste helft ook enkele uitstekende mogelijkheden om te scoren, maar maakte zeker geen denderende indruk.
De ploeg van Kovac was slordig in balbezit en was in het eerste bedrijf sterk afhankelijk van de grillen van Serge Gnabry. De talentvolle linksbuiten stond na negentien minuten voetballen aan de basis van de eerste grote kans van de wedstrijd: na een voorzet van Gnabry schoot Dmytro Chygrynskiy bijna in eigen doel. Even later had Thiago Alcántara Robert Lewandowski vrij kunnen spelen in het strafschopgebied, maar doordat de pass van de Spanjaard niet zuiver was, ging een grote kans teniet voor Bayern. Namens AEK was het grootste gevaar in de eerste helft afkomstig van Ezequiel Ponce: hij schoot uit een lastige hoek in het zijnet.
In de tweede helft werd het spel van Bayern er aanvankelijk niet beter op. De Duitse recordkampioen kwam in het eerste kwartier na de onderbreking niet tot grote kansen, maar sloeg na 61 minuten toch uit het niets toe. Een schot van Robben werd voor de doellijn weggehaald door een verdediger van AEK, waarna de bal voor de voeten van Javi Martínez viel. De Spaanse middenvelder volleerde al vallend raak en hielp Bayern zo over het dode punt heen. Twee minuten later volgde de genadeklap voor AEK. Gnabry had aan de linkerkant van het veld oog voor de opgestoomde Rafinha, waarna de vleugelverdediger de bal perfect voortrok voor Lewandowski: 0-2. Bayern had daarna weinig meer te duchten van de Grieken en kon de wedstrijd uiteindelijk professioneel uitspelen.
