Om content over online kansspelen volgens wet- en regelgeving te tonen, willen we zeker weten tot welke leeftijdsgroep u behoort.

Door je keuze te maken bevestig je dat je je bewust bent van de risico's van online kansspelen en dat je momenteel niet bent uitgesloten van deelname aan kansspelen bij online kansspelaanbieders.

Beste bezoeker, je bent op een artikel over wedden terechtgekomen, maar je bent niet oud genoeg om deze content te lezen.

Beste bezoeker, je bent op een artikel over wedden terechtgekomen, maar je hebt eerder aangegeven deze content niet te willen zien.

Bekerfinale geeft dorp na bloedbad zijn trots terug: 'Haat noch vergetelheid'

Laatste update:

Door Robin Bruggeman

10 juni 1944 belooft voordat de eerste Duitse soldaten het dorpje Oradour-sur-Glane binnendruppelen te verlopen als een mooie zomerse dag, waarvan er al zoveel waren geweest en er ook nog ontelbare zouden volgen. De met vrachtwagens aangevoerde leden van SS Panzer-Divisie Das Reich gaan enkele minuten na hun aankomst van start met het op het dorsplein bijeendrijven van de inwoners van het plaatsje en controleren links en rechts de eerste identiteitspapieren.

De sfeer in Oradour is tijdens het eerste halfuur van de Duitse aanwezigheid zorgeloos. Er wordt gepraat over het weer en over de wedstrijd die de plaatselijke voetbalclub een dag later af zal werken. Als de soldaten aanstalten maken om de mannen van de vrouwen en kinderen van elkaar te scheiden neemt de ongerustheid wat toe, al is de verklaring dat de soldaten het dorpje huis voor huis willen controleren op aanwezigheid van wapens voor het verzet in eerste instantie nog voldoende om de gemoederen tot bedaren te brengen. De mannelijke inwoners worden naar een aantal schuren gedreven waar de machinegeweren al klaar staan, terwijl vrouwen en kinderen in de kerk worden opgesloten.

Als er om vier uur 's middags uit het niets een ontploffing van een granaat klinkt beginnen de machinegeweren in de schuren te ratelen en tuimelen de dicht opeengepakte mannen over elkaar heen. Een brandbom naast de muur van het kerkgebouw zorgt voor chaos onder de daar aanwezige moeders en kinderen en als de vrouwen door de ramen naar buiten proberen te vluchten worden zij, net als de mannen die even verderop pogingen doen om de inmiddels in brand gestoken schuren uit te komen, neergemaaid door wachtende SS'ers. Vijf uur na hun eerste stappen in het dorpje nemen de soldaten weer plaats in hun legertrucks, brandende ruïnes en 642 dodelijke slachtoffers, 190 mannen, 247 vrouwen en 205 kinderen, achter zich latend.

Slechts één vrouw overleeft het bloedbad in de kerk, terwijl zes mannen onder de lijken vandaan weten te kruipen en in de nacht een veilig heenkomen zoeken. Een van de mannelijke overlevenden, Robert Hébras, is een snelle speler van het plaatste US Oradour-sur-Glane en hij rent na de moordpartij negen kilometer door de velden om de boerderij van een familielid te bereiken. Hier vindt hij later in de avond ook zijn vader, die die dag toevallig buiten het dorp aan het werk was, terug.

Aangezien veel van de betrokken 150 Duitse soldaten het einde van de Tweede Wereldoorlog niet hebben gehaald, is de precieze reden voor het bloedbad in Oradour nooit helemaal achterhaald. De SS zou het dorp als voorbeeld hebben willen stellen na toename van de activiteiten van de Résistance, het verzet, in de buurt, hoewel er ook wordt gesproken over een ontvoerde officier die in het nabijgelegen Oradour-sur-Vayres gevangen zou zijn gehouden. Dat de moordpartij op een misverstand berust is dus niet helemaal uitgesloten: "Veel van de dorpelingen hadden voor het bloedbad nog nooit een Duitse soldaat gezien", legt een van de overlevenden decennia later uit aan The Guardian.

Als de Franse generaal, en latere president, Charles de Gaulle Oradour in maart 1945 bezoekt, besluit hij dat de geblakerde ruïnes nooit meer zullen worden herbouwd en als een Village Martyr (dorp van de martelaars) als aandenken aan de verschrikkingen van de Nazi-bezetting zullen blijven dienen. Een paar honderd meter verderop wordt na de oorlog begonnen met het neerzetten van een nieuw Oradour en in 1953 betrekken de eerste inwoners de nieuwe, grijze woningen van het plaatsje.

De schaduw van de verwoeste levens en huizen reikt echter ver en tot begin jaren zestig is het in het nieuwe Oradour verboden om bruiloften, dooppartijen of andere feesten te organiseren. De enige publieke aangelegenheden in het dorp zijn de kerkdiensten, herdenkingen en bezoeken aan de begraafplaats. Een jaar of vijftien na het bloedbad wordt er echter een begin gemaakt met de normalisering van het sociale leven en elf tieners blazen in 1964 US Oradour-sur-Glane nieuw leven in, zodat het dorp twintig jaar nadat zijn naam door de nazi's van de kaart werd geveegd weer een eigen voetbalclub heeft.

Het nieuwe US Oradour borduurt voort op de, in eerste instantie, in augustus 1922 gestichte voetbalclub met dezelfde naam, die op 16 november van dat jaar tegen een team uit Oradour-sur-Ver zijn eerste officiële wedstrijd speelde. Na een doelpuntloze eerste helft eindigde het debuut van US Oradour-sur-Glane in een klinkende 3-0 overwinning op de streekrivaal. Ondanks deze veelbelovende start nam de interesse in de voetbalclub in de daaropvolgende jaren echter af en US Oradour hield in de jaren dertig min of meer op te bestaan.

In de oorlogsjaren wordt onder leiding van voorzitter dr. Jacques Desyuttu een doorstart gemaakt en in de jaren 1943 en 1944 speelt de club ruim dertig wedstrijden tegen verenigingen uit omliggende dorpjes en stadjes in de Limousin-regio. Een van de laatste wedstrijden die de club speelde voordat het noodlot toesloeg, wordt op 8 februari 1944 met maar liefst 5-0 gewonnen van een team uit het nabijgelegen Verneuil.

De Franse president Emmanuel Macron bracht vorig jaar een bezoek aan Oradour.

Na de doorstart duurt het zes jaar, tot 1970, voordat de oude successen weer gedeeltelijk herleefd kunnen worden. De club presteert in dat jaar het onmogelijke door de bekerfinale voor de regio Haute-Vienne te bereiken. Hoewel Oradour er niet in slaagt om die prijs in de wacht te slepen, is het bereiken van de eindstrijd op zichzelf een klein wonder en geldt het 48 jaar later nog altijd als een grote bron van trots in het dorpje. In latere jaren heeft Oradour meer geluk en weet het de beker vier keer, in de seizoenen 1989/90, 1990/91, 1993/94 en 2002/03 op zijn naam te schrijven, terwijl de club aan het begin van het nieuwe millennium ook een aantal regionale kampioenschappen wint en het in 2012 zelfs tot de district-finale weet te schoppen.

Na de eeuwwisseling is naast de prestaties van US Oradour zelf ook de carrière van Sébastien Puygrenier een bron van trots voor de dorpelingen. De in het ziekenhuis van het nabijgelegen Limoges geboren verdediger zet op jonge leeftijd zijn eerste stappen op het veld van de club uit het plaatsje waar zijn hele familie woont en Puygrenier verlaat Oradour een paar jaar later voor de jeugdopleiding van Stade Rennes. In 2001 volgt zijn debuut in de hoofdmacht van les Rouges et Noirs.

De stopper kent daarna een behoorlijk succesvolle loopbaan met dienstverbanden bij AS Nancy, Zenit Sint-Petersburg, waar hij in 2008 de Europese Supercup wint, Bolton Wanderers, AS Monaco, Kardemir Karabükspor, AJ Auxerre en zijn laatste werkgever US Créteil, dat uitkomt in de Championnat National, het derde Franse niveau. Hier weet de inmiddels 36-jarige Puygrenier echter niet meer zijn stempel te drukken en hij is na de ontbinding van zijn contract tweeënhalve maand geleden transfervrij.

Sébastien Puygrenier groeide op in Oradour.

Vandaag de dag zijn Oradour en zijn voetbalclub bijna niet meer te onderscheiden van de andere duizenden plaatsjes in Frankrijk die ieder weekend weer het toneel zijn van wedstrijden op alle niveaus. De Village Martyr zal echter altijd anders blijven dan de andere gehuchten in de omgeving en de inmiddels 92-jarige Hébras is nog regelmatig in de ruïnes van het dorpje waar hij opgroeide te vinden om schoolklassen, deelnemers aan excursies en andere bezoekers en belangstellenden door de straten te leiden en te vertellen over het bestaan in het eens zo levendige oude Oradour-sur-Glane.

De overlevende, die in de jaren veertig nog zijn wedstrijden speelde voor US Oradour, werd na het bloedbad lid van de Résistance en diende na de bevrijding in het Franse leger. Na de oorlog ging hij aan de slag als monteur in Limoges en begon hij uiteindelijk zijn eigen garage in het nabijgelegen Saint-Junien, waar hij nu nog steeds woont. Hébras besloot nooit in het nieuwe Oradour te gaan wonen en keerde na de heroprichting van de voetbalclub in de jaren zestig ook niet meer terug bij zijn jeugdliefde.

Met zijn rondleidingen en andere activiteiten probeert hij de herinnering aan zijn jeugd levende te houden: "Het is altijd moeilijk voor mij om hier te komen. Ik herleef mijn dorp in mijn hoofd, hoor de oude geluiden, zie de gezichten in de ruïnes. Maar het is belangrijk dat deze ruïnes blijven bestaan en hun verhaal blijven vertellen, zodat dat ook door kan blijven leven als wij er niet meer zijn", vertelde hij vier jaar geleden aan The Guardian. Afgaande op het officiële moto van Oradour, 'Haat noch vergetelheid', dat na de oorlog werd aangenomen hoeft Hébras niet te vrezen dat de herinnering aan zijn dorp en zijn buren in de toekomst zal verdwijnen.

Meer nieuws

Ajax-fans zetten walgelijke spreekkoren in tijdens kampioensduel met AZ O18
1
Johan Derksen: 'Ik zou het te gek voor woorden vinden als Ajax dat zou doen'
6
Een buitenlandse wedstrijd bijwonen? Koop je officiële tickets in de ticketshop!
0
Ooggetuige vertelt wat hij zag: NAC-teammanager Karelse greep collega bij keel
1
Vermoedelijke XI PSV: Eindhovenaren op jacht naar puntenrecord van Cruijffs Ajax
0
Vermoedelijke XI Feyenoord: Santiago Gimenez en Quinten Timber twijfelgevallen
1

Meer sportnieuws

Het is niet (meer) mogelijk om te reageren op dit document.
Reacties