De strijd om de IJssel is terug!
Ikzelf vind een derby verschrikkelijk. De angst voor een slecht resultaat is groter dan de hoop op een goed resultaat. Misselijkheid en duizeligheid maken deel uit van dit ritueel dat zich de 'voorbereiding tot...' noemt. Maar om het derbygevoel en de daarbij horende haat jegens jouw aartsvijand goed uit te kunnen leggen zal ik een voorbeeld geven: mijn eigen ervaring.
Deventer werd nooit tof gevonden in mijn huis. Toen ik jong was, werd ik elke vrijdag- of zaterdagavond gewekt door het licht van de koplampen die vanaf het Oosterenk Stadion (nu dus IJsseldeltastadion) mijn kamer binnenviel. PEC (grotendeels FC Zwolle) heeft jarenlang het leven van mijn familie geregeerd en doet dat nog steeds. Alles dat uit Deventer kwam of ook maar roodgeel was, werd vernietigend aangekeken. Ik had vroeger een roodgele broodtrommel voor mijn boterhammen naar school en mijn vader ageerde daar erg vaak tegen. Mijn moeder moest geregeld het arme voorwerp uit de vuilniszak vissen. Ik begreep toentertijd weinig van die emotie. Pas rond mijn elfde, toen mijn vader en mijn opa na zoveel pogingen er eindelijk in geslaagd waren om mij mee te kunnen nemen naar FC Zwolle, begon mijn liefde pas voor de club wiens stadionverlichting mij altijd wakker hield. Ik viel net in de periode die misschien wel de geschiedenis in zal gaan als 'de grilligste periode van de IJsselderby ooit'. Nog steeds wordt Jordy Zuidam gezien als de grootste verrader die zich ooit in een blauwwit hesje heeft gestoken nadat hij er voor koos het shirt van FC Zwolle te verruilen voor het roodgeel van Deventer en moet Joey Suks moeder er vaak aan geloven als de Deventenaar zich in Zwolle meldt. Anderzijds worden Diederik Boer en Dominggus Lim-Duan in Deventer gezien als staatsgevaarlijke mensen.
Het is duidelijk: de IJsselderby is een serieus gevecht tussen leven en dood. Twee ploegen die elkaar het licht in de ogen niet gunnen. Geregeld betrap ik er journalisten op dat zij de derby zien als een ruzietje dat wordt uitgevochten in de ballenbak. Een strijd tussen twee ploegen die er helemaal niets van kunnen. Wedstrijden als NEC-Vitesse, Ajax-Feyenoord, dat zijn de momenten van het jaar voor de analisten. Vergis je niet, de IJsselderby is samen met de Gelderse derby misschien wel de enige broedertwist die zich aan de regelgeving van Menno Pot weet te houden. Ik citeer: 'en derby is een ruzie tussen twee voetbalploegen die bij elkander in de buurt liggen. Er moet hier ook sprake zijn van enige vijandigheid en beide ploegen moeten de afgelopen jaren elkaar veelal hebben ontmoet.' Het speciale aan de IJsselderby is dat dit één van de weinige derby's is in Nederland die gefundeerd is op sociale lagen. Zwolle behoort tot de welvarendste steden van Overijssel . Wij hebben weleens Holtenbroek uitgescholden voor 'probleemwijk', maar dat is niets vergeleken met de achterbuurten van Deventer waar het krioelt van de illegale handel en criminaliteit. Een strijd tussen arm en rijk dus. Waar in Nederland vind je dat nog?
Ik kijk op de klok. Mijn kunstboek ligt open, klaar om gelezen te worden. Maar ik denk niet aan de werken van Jackson Pollock en Roy Lichtenstein. Mijn concentratie ligt bij een heel andere strijd. Als de IJsselderby een vak op school zou zijn geweest, zou ik daar zeker een 10 voor hebben gehaald.