'Er zijn momenten geweest dat ik dacht dat ik nooit meer zou voetballen'
"Je moet veel van jezelf vragen en mentaal heel sterk zijn, al brak ik ook wel eens. Er zijn momenten geweest dat ik dacht dat ik nooit meer zou voetballen, vooral in de fases waarin ik moest wachten tot zeker was wat de volgende stap werd om mijn blessure aan te pakken", zegt Van Beek tegenover Feyenoord Magazine. De verdediger moest geduld opbrengen, maar zegt dat dit, mede door het succes van Feyenoord, erg lastig was. Naar eigen zeggen voelde hij zich 'nutteloos'.
"Ik zit nu eindelijk weer in een trein die vooruit rijdt in plaats van achteruit", vervolgt de verdediger, die door de periode wel mentaal sterker is geworden. "Ik geniet nu vooral van het feit dat ik weer op het veld kan staan, want gezondheid is het belangrijkste dat er is. Ik ben blij en trots dat ik überhaupt weer mag voetballen, want ik heb een periode gehad waarin ik niet wist of ik ooit nog een bal zou kunnen schieten. Ik ben daarom nu echt dankbaar dat ik elke dag lekker een balletje mag trappen. Voor mijn blessure ervaarde ik dat als iets normaals."
Toen Feyenoord in mei kampioen werd, liep de verdediger nog op krukken. "Ik genoot ervan dat mijn club kampioen was, maar wat overheerste was het gevoel dat ik een rol in dat kampioenschap had moeten spelen", aldus Van Beek. "Natuurlijk is een kampioenschap vooral een teamsucces, maar ook het individuele succes telt. In die zin voelde ik me vorig seizoen op bepaalde momenten meer supporter dan echt onderdeel van het team."