FC Groningen wacht na het feest de restauratie van een verzwakt elftal
Als bekerwinnaar krijgt FC Groningen vrij toegang tot de groepsfase van de Europa League. Daarbij is het verzekerd van 2,4 miljoen euro als startpremie, minimaal zes wedstrijden, zo'n anderhalf miljoen euro aan recettes in Euroborg en 1,2 miljoen euro als beloning voor een overwinning. Kortom, het geld stroomt binnen. De Trots van het Noorden mag ook rekenen op een vorstelijk kapitaal aan transfersommen. Voor Tjaronn Chery, Michael de Leeuw en Eric Botteghin bestaat veel belangstelling uit alle windrichtingen. Nijland kennende, kan die uittocht FC Groningen nog eens verrijken met een bedrag van meer dan tien miljoen euro. Het succes in Rotterdam betaalt zich uit in puur goud.
Het onttronen van PEC Zwolle, onherkenbaar gespannen en geen moment in goeden doen, spoot FC Groningen, de stad en zelfs de hele provincie vol met zelfvertrouwen en verzachtte (tijdelijk) het leed om de schade van de aardbevingen. De begrijpelijke roes zal ook nog wel even voortduren. Dat mag, ondanks de voor de neutrale kijker vrij saaie en weinig hoogstaande finale. Een vertoning in de stijl van de huidige Eredivisie, waarin iedereen zo'n beetje aan elkaar gewaagd lijkt en waar het wemelt van de slechte prestaties.
Niettemin mag trainer Erwin van de Looi, 43 jaar pas en van origine een door Vitesse geschoolde verdediger, voor een groot gedeelte de eer van de triomf opeisen. Het lukte hem na de winterstop voor alles het gemis van een echte spits weg te moffelen en te compenseren met een wat ingewikkeld systeem, waarin Chery, De Leeuw en met name Albert Rusnák in redelijke harmonie pasten. Die verdienste leidde naar de beker, ofschoon alleen de laatste glorieerde in Rotterdam-Zuid.
Voor dit seizoen hoopte FC Groningen het vertrek van aanvallers Richairo Zivkovic en Filip Kostic te kunnen opvangen met Danny Hoesen, bij Ajax in wezen al afgetest. Hij kreeg meteen een vierjarig contract en scoorde in het eerste tot nog toe slechts één keer. Misschien geen miskoop, maar logisch dat Van de Looi al bij Nijland heeft aangeklopt voor een wat meer productieve nummer negen. De trainer pleitte ook zondag weer hardop voor het behoud van Botteghin, Chery en De Leeuw. Goed bedoeld, maar vrijwel kansloos.
Hoewel De Leeuw nu weer weifelt, heeft het trio al te vaak de wens uitgesproken de volgende stap te willen maken in hun carrière, zoals dat heet. Hun verkoop heeft bovendien als voordeel dat Rusnák, de twintigjarige Slowaak, definitief de positie van 'nummer tien' kan bekleden: in principe zijn favoriete stek. Maar in de boezem van Manchester City, dat hem in de winter voor bijna drie ton overdeed aan de Groningers, leeft de gedachte om hem naar Engeland terug te lokken, als een eigen opgeleide speler. Dat alles kruipt als een schaduw over de in Euroborg geshowde hoofdprijs.
FC Groningen wil daar op dit moment even niets van weten. Het mag dromen van ongekende inkomsten en een verhoging van de begroting, nu nog 17,6 miljoen euro, naar mogelijk 20 miljoen euro. Een heerlijke rijkdom. Meer dan voldoende om verantwoord te investeren, onder meer in de jeugdopleiding. Hard nodig ook, met de aangekondigde uittocht van al die smaakmakers. Het is het lot van Nederlandse clubs, die op welke manier ook de aandacht trekken van het buitenland. Van de Looi is, als zoveel collega's, er ook al enigszins aan gewend: in de voorbereiding op een volgend seizoen een team compleet herbouwen. Dit jaar gebeurde dat ook nog eens in de winterstop. Hem wacht simpel een harde en onvrijwillige herhaling. En ondanks het perspectief van het hoog opgestapelde geld een zwaardere opgave dan in de voorbije zomer. Want het zou zonde zijn als een verzwakt FC Groningen straks als een soort figurant het land vertegenwoordigt als bekerwinnaar.
LEX MULLER
Sportjournalist sinds mensenheugenis. Schrijft al sinds 1966 over voetbal. Bezocht WK's vanaf 1974. Werkte tot 1994 voor kranten, waaronder twintig jaar bij het Algemeen Dagblad. Switchte daarna naar de televisie, maar legt zich sinds 1 januari 2011 volledig toe op sport op internet.
