Gouden wissel beslist Coppa Italia-finale tussen Juventus en AC Milan
Milan eindigde in de Serie A op de zevende plaats en liep daardoor Europees voetbal mis, maar had bij een zege in de Coppa Italia nog de groepsfase van de Europa League in kunnen gaan. I Rossoneri beseften maar al te goed dat zij voor hun laatste kansen speelden, want er werd in de eerste helft zelfverzekerd gespeeld en zij kregen ook de beste kansen. Giacomo Bonaventura schoot de bal na een kwartier naast nadat hij voor tegenstander Davide Calabria was gekropen en doelman Neto hield even later een tweede poging van Bonaventura tegen.
Doordat ook onder anderen Keisuke Honda en Andrea Poli het vizier niet op scherp hadden staan, bleef het bij rust bij een brilstand in Stadio Olimpico. Juventus liet in de eerste helft in aanvallend opzicht vrijwel niets zien, maar was in het tweede bedrijf wel als eerste gevaarlijk. Gianluigi Donnarumma moest met een ingreep voorkomen dat Mario Mandzukic de bal na een voorzet van Mario Lemina kon binnenglijden en had na een uur ook een antwoord op een van richting veranderde inzet van Paul Pogba. Er werd niet gescoord en daardoor moest er verlengd worden.
In de eerste helft van de extra speeltijd kregen beide partijen een goede kans: Donnarumma tikte een schot van Pogba uit de hoek en na een omhaal van Bacca belandde de bal op het dak van het doel. Trainer Massimiliano Allegri besloot na 109 minuten in te grijpen en bracht Morata in het veld voor Hernanes en de invaller kroonde zich twee minuten later tot de matchwinner. Zijn hand bevond zich in buitenspelpositie, maar daar had de Spanjaard maling aan. Hij volleerde de bal na een voorzet van Juan Cuadrado binnen: 0-1. Die voorsprong gaf Juventus niet meer weg.
