'Hij heeft niet het maximale uit zijn carrière gehaald'
Totti kreeg maandag tijdens een speciaal gala de Bello del Calcio uitgereikt voor zijn buitengewone bijdrage aan het voetbal in Italië. Eerder wonnen onder meer Javier Zanetti, Gianfranco Zola en Cesare Prandelli die grote prijs. Totti debuteerde begin jaren negentig al bij Roma en werd in zijn lange loopbaan al vijfmaal uitgeroepen tot Italiaans Voetballer van het Jaar. Hij won nog veel meer individuele prijzen en legde in 2006 met Italië beslag op de wereldtitel, maar in clubverband bleef zijn prijzenkast akelig leeg.
De aanvoerder van i Giallorossi pakte eenmaal de landstitel, twee keer de Coppa Italia en twee keer de Supercoppa. "We hebben het hier over een waanzinnige voetballer, die meer dan 230 doelpunten heeft gemaakt in de Serie A. Maar zowel in Europees verband met Roma als bij het nationale team had hij meer kunnen bereiken. In 2000 vond ik hem op z'n allerbest, tijdens het EK", weet Zoff nog. "In 2006 was hij niet eens top, toen kon hij door een blessure niet alles geven. Er kleven wel een paar dingen aan hem. Met zijn potentieel had hij meer kunnen doen op het internationale vlak."
Totti zelf denkt er overigens anders over. "Ik ben blij dat ik zo veel heb mogen bereiken met Roma, dat was van kinds af aan mijn droom. Ik heb nog steeds plezier in wat ik doe, ik wil nog steeds graag spelen. Zo lang de passie er nog is, ga ik door. Winnen is het mooiste wat er is. Niet alleen voor een speler, maar ook voor een stad. Als speler is winnen je voornaamste doel, maar ik heb het voorrecht gehad in slechts één shirt te winnen. Iemand wilde me ooit weghalen uit Rome, maar ik zeg niet wie."
