Inter maakt er zowaar eens vier en gaat alleen aan kop
Inter won in dit voetbaljaar zeven keer (!) met 1-0/0-1 en een keer met 1-2, maar tegen Frosinone werd er dus een groter gaatje geslagen. Heel gemakkelijk had de koploper het in de eerste helft echter niet en Samir Handanovic moest in de beginfase ingrijpen bij mogelijkheden voor Nicolas Castillo en Danilo Soddimo. Inter antwoordde met kansen voor Stevan Jovetic en Yuto Nagatomo, maar Frosinone liet in de eerste vijfenveertig minuten beter voetbal zien dan de thuisploeg.
Toch ging Inter met een voorsprong de kleedkamer in. Na een halfuur spelen bokste Nicola Leali een schot van Adem Ljajic weg, maar de bal kwam bij Jonathan Biabany, die uit de rebound alsnog de score kon openen. Voor de Fransman betekende dit pas zijn tweede goal in het shirt van Inter: zijn eerste was in 2010, in de met 0-3 gewonnen finale van het WK voor clubteams. Het was voor het eerst dit seizoen dat Inter in het eerste halfuur van de wedstrijd tot scoren kwam.
De eerste helft werd rustig uitgespeeld door Inter en kort na de thee verdubbelde Mauro Icardi de marge. Ljajic brak door aan de linkerkant van het vijandelijke strafschopgebied en tikte de bal opzij naar Icardi, die van dichtbij niet kon missen. Frosinone leek de handdoek na deze goal in de ring te gooien, want een zoektocht naar de aansluitingstreffer werd maar niet gestart. Inter hield de controle en Jeison Murillo zorgde kort voor tijd voor de 3-0, na een bekeken passje van Jovetic. Dit betekende de eerste keer dit seizoen dat Inter meer dan twee keer scoorde in een wedstrijd. In blessuretijd verzorgde Marcelo Brozovic op aangeven van Ljajic het slotakkoord, waardoor Inter dus eens uit zijn slof schoot: 4-0.
