Jongste doelpuntenmaker sinds 1958 stelt driepunter voor Italië veilig
Cristiano Piccini en Kean maakten hun basisdebuut voor Italië; laatstgenoemde werd de eerste speler uit het jaar 2000 die een basisplek kreeg bij la Squadra Azzurra. Fabio Quagliarella begon op de bank, maar viel in de tweede helft in en speelde daarmee zijn eerste interland sinds 2010. Italië was in acht duels onder Mancini nog niet tot ontbranding gekomen: in de groepsfase van de Nations League eindigde de ploeg achter Portugal en met name het maken van doelpunten bleek een probleem. De laatste keer dat Italië meer dan één doelpunt had gemaakt in een officiële wedstrijd, was in juni 2017 (5-0 tegen Liechtenstein) in het Stadio Friuli in Udine.
In datzelfde stadion duurde het ditmaal maar zes minuten voordat Italië de score opende. Na een vrije trap van Marco Verratti kreeg Finland de bal niet weg, waardoor Barella mogelijkheid zag om de bal net buiten het strafschopgebied uit de lucht te nemen. Zijn van richting veranderde schot betekende het eerste interlanddoelpunt van Barella. Na het doelpunt zocht Finland vaker de aanval. Het leidde ertoe dat Italië de controle over de wedstrijd niet over langdurige fases wist vast te houden. Finland oogde vooral kwetsbaar op de flanken, maar daar wist de thuisploeg niet van te profiteren.
In de tweede helft had Italië nog meer balbezit dan voor rust, maar daar deed de ploeg van Mancini weinig mee. De urgentie om Finland op een nog grotere achterstand te zetten leek te ontbreken. De Scandinaviërs bleven daardoor in leven en kregen een goede kans via Teemu Pukki, voordat Italië de wedstrijd alsnog op slot gooide. Ciro Immobile stoomde op aan de rechterflank en hield meerdere Finnen bezig, waardoor Kean aan hun aandacht ontsnapte en op aangeven van zijn ploeggenoot zijn eerste interlandgoal wist te maken, net als Barella. Dinsdag wacht voor Italië het thuisduel met Liechtenstein in de kwalificatiereeks.