Juventus wint dankzij geniaal moment van invaller op Sicilië
Massimiliano Allegri kon zaterdag geen beroep doen op Pogba en Andrea Pirlo en improviseerde op het middenveld: Roberto Pereyra en Stefano Sturaro verschenen aan de aftrap. Achterin was er, voor de eerste maal dit seizoen, een basisplaats weggelegd voor Andrea Barzagli. Het eerste gevaar kwam van Carlos Tévez, die het na achttien minuten van afstand probeerde. Bijna verraste hij daarmee Stefano Sorrentino. Juventus mocht de dienst uitmaken op Sicilië, Palermo liet het zich allemaal welgevallen.
I Rosanera deden niet zo veel tegen de kampioen en veelzeggend was, dat er voor rust nul keer op het Juventus-doel geschoten werd. Paolo De Ceglie, die zijn eerste wedstrijd voor de bezoekers speelde sinds december 2013, probeerde het een keer acrobatisch. Zijn omhaal mislukte echter. Aan het begin van de tweede helft besloot Allegri verder te spelen met Arturo Vidal op de plek van Sturaro, in de hoop dat de voorhoede betere ballen zou krijgen. Het duurde echter tot halverwege de tweede helft, voor Juventus echt afstand nam.
Tien minuten nadat Morata erin was gekomen voor Fernando Llorente, tekende de spits voor de 0-1. Hij sneed met de bal aan de voet naar binnen, gaf Sinisa Andjelkovic het nakijken en haalde met links (zijn zwakkere been) geweldig uit: vanaf de rand van de zestien meter vloog de bal in de linkerhoek binnen. Het was het moment waarop Juventus al de hele tijd wachtte en het werkte bevrijdend. De laatste twintig minuten werden zakelijk uitgespeeld en dus kan men bij la Vecchia Signora nu rustig toeleven naar de ontmoeting met Borussia Dortmund, van komende woensdag.