Juventus zweert minicrisis af en vergroot gat met naaste belager
Van paniek was geen sprake bij Juve, maar het gelijkspel van vorige week tegen Sassuolo en de Champions League-nederlaag tegen Olympiacos Piraeus betekende wel dat de boel op scherp stond. De thuisploeg was veel sterker in het eerste halfuur, maar slaagde er nauwelijks in om gevaar te stichten. Claudio Marchisio probeerde het wel met een aantal pogingen van afstand, terwijl Fernando Llorente met een kopstoot voor dreiging zorgde. De Sicilianen zorgden vervolgens bijna voor opschudding, ware het niet dat een kopbal van Franco Vázquez rakelings over het doel van Gianluigi Buffon vloog.
De thuisploeg schrok wakker en sloeg aan de overzijde nu wel meteen toe. Duur balverlies op het middenveld van de bezoekers leidde een razendsnelle tegenstoot in via Carlos Tévez, die het overzicht bewaarde en de meegekomen Arturo Vidal een niet te missen kans bood: 1-0. Juventus bleef ook daarna veel sterker en het wachten was dan ook op de definitieve genadeklap. Die kwam er na een kleine twintig minuten spelen in de tweede helft: uit een hoekschop van Andrea Pirlo knikte Llorente de 2-0 binnen.
Juventus, dat via Sebastian Giovinco nog de paal raakte, had daarna geen moeite om de wedstrijd tot een goed einde te brengen en boekte zo de zevende overwinning in acht Serie A-duels. De regerend landskampioen heeft daarmee de voorsprong op naast belager AS Roma weer vergroot tot drie punten, terwijl nummer drie Udinese, dat zondag met 2-0 won van Atalanta, al op zes punten staat.
