KNVB plaatst vier clubs uit Eredivisie in de gevarencategorie
Clubs in categorie 1 moeten werken aan financieel herstel. Zij zijn daar zelf verantwoordelijk voor en bepalen zelf op welke wijze zij dit doen. Daartoe maken de clubs een plan van aanpak dat er op is gericht de club binnen maximaal negen meetmomenten (een termijn van drie jaar) structureel naar categorie 2 of 3 te brengen. Gedurende het traject houdt de licentiecommissie de clubs strikt aan de gemaakte afspraken in het plan van aanpak. Als de club daar zonder toestemming vanaf wijkt, kunnen sancties volgen variërend van een waarschuwing tot winstpunten in mindering.
FC Twente behoort sinds november 2013 tot categorie 1, VVV-Venlo sinds maart 2014 en de overige clubs sinds november 2014. De licentiecommissie van de KNVB stelde de indeling samen op basis van de ingediende begrotingcijfers 2015/16. Twaalf clubs scoren een goed en zitten in categorie 3 en vijftien clubs scoren voldoende en zitten in categorie 2.
De categorisering van clubs is al jaren onderdeel van het licentiesysteem van de KNVB. Door publicatie van de categorie-indeling ontstaat transparantie over de financiële condities van de Nederlandse clubs.
Categorie 2: ADO Den Haag, FC Dordrecht, FC Eindhoven, FC Emmen, Excelsior, Fortuna Sittard, De Graafschap, Helmond Sport, MVV Maastricht, NAC Breda, Sparta Rotterdam, FC Utrecht, Vitesse, FC Volendam, Willem II.
Categorie 3: Ajax, Almere City FC, AZ, SC Cambuur, Feyenoord, FC Groningen, Go Ahead Eagles, sc Heerenveen, Heracles Almelo, FC Oss, PSV en Telstar.