Nederlands elftal laat in Polen ander gezicht zien
Nederland speelde tegen Polen een stuk beter dan afgelopen vrijdag tegen Ierland, en dan vooral in de eerste helft. De ploeg van Blind had na zes minuten spelen echter wel al op een 1-0 achterstand kunnen komen, toen Arek Milik helemaal was vrijgelaten in het strafschopgebied. Robert Lewandowski kreeg de bal bij de Ajacied, die de hoek voor het uitzoeken had, maar op de lat punterde. Hierna kwam Oranje in de eerste vijfenveertig minuten niet meer in gevaar tegen Polen, dat voor de eigen fans wel een erg matige indruk maakte.
Na een uitstekende counter kwam het eerste wapenfeit van Oranje van Janssen, maar uit een moeilijke hoek knalde hij net naast. Een kwartier later was het bij zijn tweede kans wel raak: Steven Berghuis (verrassend in de basis begonnen maar opvallend goed spelend in de eerste helft) controleerde de bal bij de achterlijn en hield het overzicht. Zijn voorzet bij de eerste paal was op maat en omdat Wojciech Szczesny in zijn doel bleef staan, kon Janssen van dichtbij zijn tweede doelpunt voor het Nederlands elftal binnenkoppen.
Niet lang hierna werd Janssen nog eens gevaarlijk, maar ditmaal kon zijn verrassende schot gekeerd worden door Szczesny, die ook een schuiver van Berghuis onschadelijk maakte. De aanvaller leek eigenlijk voor de vrij staande Janssen te willen kiezen, maar omdat hij aan zijn shirt werd getrokken, was dat geen optie meer. Polen bleef dus in de wedstrijd, maar moest in de tweede helft wel uit een ander vaatje tappen om het Nederland weer lastig te maken. Dat lukte: na tien minuten kreeg de thuisploeg weer een kans, maar Jeffrey Bruma voorkwam dat Lewandowski binnen kon schieten.
Er volgde een sterke fase van Polen, wat ook resulteerde in de gelijkmaker. Marco van Ginkel liet zich bij een hoekschop van Milik aftroeven door Artur Jedrzejczyk, die de 1-1 binnen kopte. Nederland heeft daardoor in alle negen interlands onder Blind minimaal een tegendoelpunt gekregen; Blind is de eerste bondscoach van Oranje die dat overkomt sinds Jaap van der Leck in 1950. De wedstrijd kon ondanks deze tegenvaller nog wel gewonnen worden, want een kwartier voor tijd bracht invaller Luciano Narsingh de bal bij Wijnaldum. Die draaide knap weg bij zijn tegenstander en ramde de bal in de bovenhoek.
