Nieuw dieptepunt voor Mourinho na nederlaag in Londen
West Ham won slechts één van de laatste negentien Premier League-wedstrijden tegen Manchester United, want in mei 2016 werd op Upton Park met 3-2 gewonnen. Dit keer boekte de club van Manuel Pellegrini dus weer eens een overwinning. De thuisploeg kende een goede start, want binnen vijf minuten stond het 1-0: Pablo Zabaleta trok vanaf de rechterflank laag voor en met een bal achter het standbeen opende Felipe Anderson de score. Hij werd de tweede Braziliaan die in de Premier League heeft weten te scoren voor the Hammers; Ilan Araújo ging de buitenspeler voor.
Manchester United was zodoende gauw op achtervolgen aangewezen, maar kwam vervolgens nauwelijks tot kansen. Pas na een kwart wedstrijd werd men voor het eerst serieus gevaarlijk toen Romelu Lukaku na een voorzet van Ashley Young tegen de paal kopte. Twee minuten voor rust kreeg het bezoek van Mourinho het deksel op de neus: Andriy Yarmolenko pikte de bal na een hoekschop op, vond de ruimte voor het schot en verraste David de Gea met een van richting veranderde inzet in de korte hoek: 2-0.
Mourinho voerde in de rust geen wijzigingen door, maar zag in het eerste kwartier weinig verbetering en besloot daarom om Marcus Rashford binnen de lijnen te brengen voor verdediger Victor Lindelöf. Na 64 minuten was Manchester United dicht bij de aansluitingstreffer: Marouane Fellaini kopte in na een voorzet van Young en Lukasz Fabianski redde met één hand op de doellijn. West Ham speelde na de pauze beduidend slordiger dan vóór de onderbreking, maar behoudens de mogelijkheid voor Fellaini stond men niet veel doelgevaar toe.
Mourinho voerde na zeventig minuten zijn tweede wissel door: Fred verving Paul Pogba, die deze week nog in het nieuws kwam omdat hij in de clinch zou liggen met zijn trainer. Direct hierna werd het 2-1: Rashford kwam bij een hoekschop voor zijn man en hakte de bal op fraaie wijze in het doel. Manchester United kreeg nieuw vertrouwen, maar alle hoop verdween toen Marko Arnautovic na 74 minuten de 3-1 maakte. De Oostenrijker werd vrijgespeeld door Mark Noble en verschalkte De Gea van dichtbij. Daar bleef het bij.
