Onderzoek onthult vooroordelen commentatoren op basis van huidskleur
In totaal werden 2.074 uitspraken van de betreffende commentatoren, werkzaam voor Engelse, Amerikaanse en Canadese televisiestations, over 643 spelers met verschillende etnische achtergronden onder de loep genomen door de onderzoekers. Uit de analyse komt naar voren dat dat spelers met een lichte huidskleur door de commentatoren gezien worden als spelers met meer intelligentie en en dat zij meer kwaliteit bezitten en harder werken dan spelers met een donkere huidskleur. Laatstgenoemde categorie spelers werd in de beoordeling van de commentatoren voornamelijk geprezen vanwege de onderdelen snelheid en kracht.
De verschillende beoordelingsfactoren zijn door de PFA en RunRepeat gemeten in procenten. Wanneer commentatoren tijdens wedstrijden spraken over spelers op het gebied van intelligentie, was 62,6 procent van de loftuitingen voor een speler met een lichte huidskleur. 63,3 procent van de kritiek op het intelligentievermogen was dan weer voor donkere spelers. Op het vlak van fysieke kracht werd een speler met een donkere huidskleur zeven keer meer besproken, terwijl de snelheid ruim driemaal vaker ter sprake kwam ten opzichte van blanke voetballers. Qua werklust werden spelers met een lichte huidskleur in 60,4 procent van de gevallen geprezen.
Bij het uitgebreide onderzoek is de database van het computerspel Football Manager als leidraad genomen bij het bepalen van de huidskleur. Volgens de PFA was dat nodig om tot een juiste afweging te komen. Spelers met een skin tone value tussen de een en elf werden ingedeeld in de categorie 'lichtkleurige spelers'. Profs met een waarde die tussen de 12 en 20 lag werden aangemerkt als 'donkerkleurige spelers'. De PFA en RunRepeat benadrukken dat de focus bij het onderzoek puur ligt op de huidskleur en niet op de wellicht afwijkende interpretatie van een van de onderzoekers op het gebied van etniciteit.
De PFA verwijst in het statement naar het belang van de Black Lives Matter-beweging en het feit dat donkere spelers in het Europese profvoetbal nog steeds met hardnekkige vooroordelen te maken hebben. Men is van mening dat er nog steeds een racistische structuur aanwezig is in de voetballerij en dat het onderzoek naar vooroordelen tijdens het commentaar van wedstrijden de pijnpunten nog maar eens naar voren brengen. De PFA hoopt dat commentatoren en uitzendgemachtigden gaan inzien dat ze, al dan niet onbewust, bijdragen aan het in stand houden van racistische stereotypen in de voetbalwereld.
"Om de impact van structureel racisme echt aan te kunnen pakken, moeten we eerst racistische vooroordelen onder ogen durven te komen", reageert voormalig profvoetballer Jason Lee, tegenwoordig uitvoerend directeur op het gebied van gelijke rechten bij de PFA. "Dit onderzoekt toont duidelijk aan dat er vooroordelen zijn in de manier waarop er wordt gesproken over de kwaliteiten van spelers op basis van hun huidskleur. Commentatoren dragen bij aan het imago van een speler en op deze manier worden de vooroordelen die televisiekijkers hebben alleen maar groter."
"Het is belangrijk om te onderkennen dat de perceptie van commentatoren van grote invloed kan zijn op spelers, zelfs als ze al zijn gestopt met voetballen. Als een speler de ambitie heeft om verder te gaan als manager, is een oneerlijk verkregen voordeel, omdat ze worden omschreven als intelligent en ijverig, dan het gevolg van vooroordelen op basis van huidskleur?", vraagt Lee zich hardop af. In het verleden is een soortgelijk onderzoek ook al uitgevoerd in het basketbal, American Football en tijdens de Olympische Spelen.