'Pepijn Lijnders oogde de laatste tijd zielig en wekte zelfs medelijden op'
NEC lag op titelkoers toen in januari Adrie Bogers werd vervangen door Lijnders, die overkwam van Liverpool. De club uit Nijmegen stond toen op de tweede plaats in de Eredivisie, met slechts een punt minder dan koploper Fortuna Sittard. Onder leiding van Lijnders eindigde NEC als derde. "Als broekie (35) kon Lijnders bogen op een indrukwekkende lijst werkgevers met PSV, FC Porto en Liverpool en werkte hij met een grote trainer als Jürgen Klopp. Alleen droeg hij nergens eindverantwoordelijkheid als hoofdtrainer en zo ontliep hij de spanning en de druk", schrijft Driessen. "Komt bij dat hij geen bal recht vooruit kan schieten, de taal van de voetballer, van de kleedkamer niet spreekt. Terwijl de taal van de professor, van de universiteitsbankjes bijna altijd contraproductief werkt in de voetballerij. Zijn enorme communicatieve tekortkomingen hielpen hem evenmin."
"Pepijn Lijnders oogde de laatste tijd zielig en wekte zelfs medelijden op. Gelukkig voor hem is hij als trainer van NEC uit zijn lijden verlost door de directeuren Wilco van Schaik en Remco Oversier. Het duo dat Lijnders in januari met een strak aangetrokken strop om zijn nek op de hot seat in Nijmegen zette", vervolgt Driessen. "Zonder ooit iets te hebben gepresteerd, werd Lijnders in een dolend Nederlands voetballandschap gebombardeerd tot kroonprins van het trainersgilde. Hij is het slachtoffer geworden van de zogenaamd noodzakelijke vernieuwingsdrang waar het Nederlandse voetbal volgens zelfbenoemde kenners zo naar smacht."
Volgens Driessen werd Lijnders gezien als een Nederlandse 'laptoptrainer'. Hij benadrukt dat Lijnders geen grote voetbalcarrière heeft gehad en daarom theoretische bagage mist die jonge trainers als Frank de Boer, Phillip Cocu en Giovanni van Bronckhorst wel hebben. "Onbegrijpelijk dat de NEC-directie alle valkuilen voor Lijnders over het hoofd zag. Een brevet van onvermogen. Van Schaik dacht met Lijnders een tweede Erik ten Hag te strikken. Hem haalde hij voor Utrecht op bij Bayern München 2."