Slotfase is hekkensluiter NEC weer niet gunstig gezind
NEC staat op de laatste plek in de rangschikking van de Eredivisie en dat is ook niet zo raar, als je weet dat de laatste overwinning van de Nijmegenaren op 22 februari werd gerealiseerd. In Almelo begon de ploeg van trainer Anton Janssen in ieder geval goed. Rens van Eijden kopte al na twee minuten binnen na een vrije trap van de zijkant. Vijf minuten later lag de bal nogmaals in het net, ware het niet dat Hemlein de bal uit buitenspelpositie binnenwerkte.
De treffer werd dus afgekeurd en diezelfde Hemlein zou in het restant van de eerste helft een hoofdrol spelen. Even voor zijn afkeurde treffer kreeg hij al een gele kaart van scheidsrechter Eric Braamhaar, na een forse overtreding. Wie dacht dat Hemlein had geleerd van die prent kwam bedrogen uit, want na een dik halfuur kreeg hij (na opnieuw een forse overtreding) een tweede gele kaart en dus rood. Op dat moment had Heracles overigens al op 1-1 kunnen en misschien wel moeten staan, maar Kwame Quansah kopte op een meter of twee van het doel naast.
Trainer Jan de Jonge wist dat er iets moest gebeuren en hij zal ook geweten hebben dat er iets mogelijk was tegen de tien bezoekers. Direct na rust koos hij ervoor om de aanvallende kaart te trekken: spits Matthew Amoah kwam als breekijzer het veld in, verdediger Bart Schenkeveld bleef achter in de kleedkamer. Het was ook Amoah die een levensgrote kans op de 1-1 kreeg. De aanvaller omspeelde NEC-keeper Kalle Johnson, maar zijn daaropvolgende inzet werd van de lijn gehaald.
NEC stond in de eerste fase na rust met de rug tegen de muur, maar na het inbrengen van Alireza Jahanbakhsh hadden de Nijmegenaren de zaken beter op orde. Het rommelende Heracles werd verder van het doel gehouden en het thuispubliek begon zich te roeren middels fluitconcerten. Met ook Simon Cziommer in de ploeg ging Heracles nog aanvallender spelen en dat resulteerde in minuut 87 in de gelijkmaker. De derde invaller aan Almelose zijde, Jens Jurn Streuker, schoot raak voor de 1-1.
