Titelkandidaat Liverpool gaat door sensationele comeback onderuit
In de beginfase leek alles nog de goede kant op te gaan voor Liverpool, dat meteen het initiatief naar zich toetrok. Divock Origi, die de kans kreeg van Klopp door blessures bij Daniel Sturridge en Philippe Coutinho, opende de beschietingen, maar slaagde er niet in meer dan een afzwaaier te produceren. The Reds sloegen daarna echter genadeloos toe.
Emre Can stuurde Sadio Mané in de twintigste minuut weg, waarna de Senegalees net iets eerder bij de bal was dan Artur Boruc en voor de openingstreffer tekende. Twee minuten later verliep doelpunt nummer twee volgens een soortgelijk recept. Jordan Henderson had een geweldige lange bal op Origi in huis, waarna de Belg de keeper omspeelde en het leer in een leeg doel werkte.
Na rust kwam Bournemouth wat beter in de wedstrijd en een overtreding van James Milner in het strafschopgebied leidde na tien minuten spelen tot de aansluitingstreffer. Callum Wilson benutte dit buitenkansje, maar zag acht minuten later de achterstand alweer oplopen tot twee doelpunten. Can was ditmaal de afmaker en knalde met een heerlijke volley vanaf de rand van de zestien de 1-3 binnen. De wedstrijd leek daarmee gespeeld, maar dat was buiten de veerkracht van de thuisploeg gerekend.
Waar Liverpool in de eerste helft binnen drie minuten een gat van twee goals sloeg, was het Bournemouth dat in de slotfase binnen eenzelfde aantal minuten een gat van twee doelpunten dichtte. Ryan Fraser was met nog een klein kwartier te gaan het eindstation van een goede aanval, waarna Steve Cook een paar minuten later de bal in de zestien kreeg en ijzig koel afrondde voor de gelijkmaker. Daarmee was het nog niet gedaan voor de thuisploeg, want Nathan Aké stond diep in de blessuretijd precies op de goede plek om de winnende langs Loris Karius te schuiven.
