'Toen Van Marwijk stagiair was, zag ik dat hij een toptrainer kon worden'
Door QASIM HAKIM
Maar Wesley Sneijder, Mark van Bommel, Rafael van der Vaart en Maarten Stekelenburg lieten de trip naar Zuid-Amerika aan zich voorbij gaan. De uitgelezen kans voor aspirant-topvoetballers als Kevin Strootman, Luuk de Jong en doelman Tim Krul om zich te bewijzen. "Achteraf gezien is het prettig om te weten dat ook jongens uit de 'B-kern' zich moeiteloos kunnen aanpassen op het hoogste niveau. Brazilië en Uruguay zijn sterke ploegen, waar we makkelijk stand tegen hebben gehouden. Oranje heeft een goede toekomst als je ziet hoe jonge jongens als Eljero Elia, Strootman en Krul zich hebben gemanifesteerd", vertelt Voorn, zittend in de achtertuin onder het genot van een kop warme thee. De in Uithoorn geboren Voorn spreekt met een Limburgse tongval. "Ik ben al op jonge leeftijd naar Zuid-Limburg verhuisd. Wij werden hier Hollandse koekenbakkers genoemd, vandaar de naam Cooky."
Maar wie is deze man, die telkens weer in het kielzog van Bert van Marwijk meetrekt naar een nieuw avontuur? Daar kan in één zin duidelijkheid over geschept worden. Voorn was de ontdekker van de Deventer coach. Al wil hij dat zelf niet zo noemen. "Ik ken Bert al zó lang. Toen hij hier in Limburg bij MVV kwam voetballen, opende hij een sportzaak in Meerssen. Daar kwam ik wel eens. Maar ik heb Bert pas echt leren kennen, toen hij voor Fortuna Sittard ging spelen. In die tijd was ik assistent-trainer." Van Marwijk besloot na zijn actieve loopbaan meteen zijn trainerspapieren te halen en liep destijds ook stage bij Fortuna Sittard. Toen Pim Verbeek in het seizoen 1997/98 na zeven wedstrijden in de Eredivisie stijf onderaan stond, met één punt, besloot het bestuur van Fortuna om op zoek te gaan naar een nieuwe coach. Voorn: "Er werd toen aan mij gevraagd of ik een opvolger wist voor Verbeek. Ik kon maar één naam bedenken: Bert van Marwijk. In eerste instantie werd er sceptisch gereageerd, omdat hij alleen maar amateurclubs had getraind. Maar tijdens zijn stageperiode zag ik al dat Bert het in zich had een toptrainer te worden. Mede doordat hij een natuurlijk overwicht wist te creëren bij de spelers die een stagiair meestal niet serieus namen. Dat was bij Bert niet het geval."
Het advies van Voorn werd opgevolgd en Van Marwijk was meteen succesvol in Sittard. Hij eindigde in 1998 op een zevende plaats en een seizoen later bereikte hij de bekerfinale, waarin met 2-0 werd verloren van Ajax. "De halve finalewedstrijd tegen PSV was één van de hoogtepunten. We wonnen in Eindhoven met 1-3 en speelden geweldig met jongens als Mark van Bommel, Kevin Hofland en Wilfred Bouma." Van Marwijk wist in 2000 een transfer af te dwingen naar Feyenoord, terwijl Voorn achterbleef in Sittard. "Bert wilde me graag meenemen, maar Feyenoord had in John Metgod en Mario Been twee goede assistenten en daarnaast echte clubmensen. Bert zei tegen me: De eerstvolgende klus neem ik je mee. Ik heb later wel nog scoutingswerkzaamheden in Noord-Frankrijk verricht voor Feyenoord." Van Marwijk kwam zijn belofte na en nam Voorn mee naar Borussia Dortmund. Sinds die tijd zijn ze onafscheidelijk.
Maar wat is rol van Voorn? "Als assistent werk ik de trainingen die Bert heeft gemaakt verder uit op papier voor de andere assistenten. Meestal zet ik samen met Bert de organisatie neer tijdens de oefensessies, zodat alles snel kan verlopen. Daarnaast praat ik veel met de spelers en kunnen ze hun problemen bij mij kwijt. Ik ben een vertrouwensman en leg makkelijk contacten. Ik ben geen hoofdtrainer voor het betaald voetbal. Laat mij nu maar lekker op de achtergrond werken. De cursus Coach Betaald Voetbal ben ik bewust niet gaan volgen." Tijdens wedstrijden mag Voorn dan ook niet op de bank plaatsnemen. "Nee, maar ik analyseer de wedstrijd vanaf de tribune. Dan heb je een beter overzicht hoe de organisatie steeds staat. Na afloop evalueren we de wedstrijden gezamenlijk: Bert, Phillip Cocu, Ernest Faber en ik. We zitten meestal voor 99 procent op één lijn." Daarnaast bezoeken Van Marwijk en Voorn ieder weekend twee wedstrijden in binnen- en buitenland. De wedstrijden van Oranjes tegenstander worden bekeken door Ronald Spelbos. "We zitten veel in de Bundesliga, de Serie A en de Engelse Premier League. Komend seizoen komen daar ook Portugal en Spanje vaker bij, door het vertrek van Ricky van Wolfswinkel en Stijn Schaars naar Sporting Portugal, en de transfers van Ruud van Nistelrooij en Joris Mathijsen naar Málaga."
"Voor de internationals is het belangrijk om op een hoger niveau te spelen", benadrukt Voorn. "Dat is de laatste stap. Een jongen als Strootman past zich goed aan, maar het zou goed voor hem zijn op korte termijn naar een topcompetitie te verkassen. Daar zal hij zeker tot zijn recht komen. Maar het is niet goed om als tiener al naar het buitenland te vertrekken en weinig te spelen. De Nederlandse competitie mag op technisch en tactisch gebied niet onderschat worden. We hebben onlangs de wedstrijden tussen Ajax en FC Twente bezocht, terwijl we een dag eerder een duel in Duitsland bezochten. Het enige verschil was, dat er in Duitsland qua fysieke gesteldheid en snelheid meer gevraagd wordt. Voetbalinhoudelijk waren de duels tussen Ajax en FC Twente zeker gelijkwaardig."
Het verschil wordt toch gemaakt door Wesley Sneijder, Robin van Persie, Rafael van der Vaart, Mark van Bommel en Arjen Robben: jongens die bij Europese topclubs spelen. Het vergelijk tussen Barcelona en Oranje steekt steeds vaker de kop op. "Barcelona is een fantastisch team. Maar die jongens trainen elke dag samen. Als de huidige groep van het Nederlands elftal elke dag bij elkaar was, denk ik dat wij niet minder zijn dan Barcelona." Voorn verwacht ook dat deze groep het EK in Polen en Oekraïne gaat halen. "Alleen Mark van Bommel en Joris Mathijsen zijn op leeftijd. We zijn natuurlijk één van de favorieten, maar Duitsland en Spanje doen ook mee. En onderschat Engeland niet. Verder heeft Portugal ook een sterke ploeg." Voorn heeft zijn warme thee ingeruild voor een koude versie van de drank. "Maar eerst ga ik op vakantie." Na de zon van Málaga is de volgende halte Wembley; op 10 augustus wacht daar Engeland. "Prachtig dat ik dit allemaal mag meemaken."
