'Wat is Afellay ermee opgeschoten? Hij is daarin slecht geadviseerd'
Marco van Ginkel (Chelsea), Alexander Büttner (Manchester United), Ibrahim Afellay (Barcelona), Luc Castaignos (Internazionale) en Urby Emanuelson (AC Milan) maakten rechtstreeks de stap naar een absolute topclub, maar de rest opteerde voor een middenmoter. Qua Eredivisietoppers is eigenlijk alleen Luis Suárez tot een superster uitgegroeid, als we ook de buitenlanders meetellen. Hoe anders dan in de jaren tachtig, toen de Europese topclubs in de rij stonden voor de Nederlanders.
"Ik was ook vrij jong, 22, toen ik naar AC Milan vertrok", vertelt Marco van Basten in De Telegraaf. "Alleen was ik wel al vier keer topscorer van Nederland geworden, kampioen met Ajax geweest en had ik de Europa Cup 2 gewonnen. Dan kom je wel met wat meer bagage aan dan de jongens van nu." De stap van Nederland naar het buitenland is veel groter geworden, zo schetst de topspits van weleer. Hij noemt 'een aardige speler' als Afellay als voorbeeld.
"Die gaat dan naar Barcelona: véél te grote stap", oordeelt de scheidend coach van sc Heerenveen. "Had jij gedacht dat Afellay daar Xavi, Andrés Iniesta, Sergio Busquets, noem ze allemaal maar op, eruit zou gaan spelen? Hij mag daar dan met de grote jongens meetrainen, is nu drie jaar verder, maar wat is hij ermee opgeschoten? Ik vind dan ook dat zo'n jongen daarin slecht is geadviseerd. Er zijn altijd uitzonderingen, maar een tussenstap is nu vaak nodig."