PSV kende de nodige tegenslagen in de eerste seizoenshelft, met als dieptepunt het ontslag van trainer Mark van Bommel na de 3-1 nederlaag tegen Feyenoord medio december. Ook het kampioenschap lijkt een utopie voor PSV, daar koploper Ajax een voorsprong van tien punten heeft opgebouwd. Daniel Schwaab, die enkele maanden na zijn vertrek bij PSV terugkeerde in Eindhoven, kijkt desondanks met optimisme naar het restant van de huidige voetbaljaargang.
"Nee, het is zeker niet over", zegt de strijdbare Schwaab in gesprek met het Eindhovens Dagblad. "We hebben het bekertoernooi (met NAC Breda als tegenstander in de achtste finale, red.) nog om ons te revancheren. Ook moeten we deze situatie zien als een kans in plaats van alleen maar negatief. We zijn afhankelijk van de concurrentie en of zij nog steken laten vallen en moeten in eerste instantie naar onszelf kijken." PSV hervat de Eredivisie op 19 januari met een uitwedstrijd tegen VVV-Venlo.
"Het zou mooie zijn als we in mei kunnen zeggen dat we eruit zijn gekomen en naar elkaar toe zijn gegroeid", vervolgt Schwaab, die sinds vorige maand te maken heeft met Ernest Faber als interim-trainer. "We hebben gezien dat ook Ajax problemen heeft als er belangrijke spelers wegvallen en het niet alles vanzelfsprekend is. Ons eigen niveau halen, is nu het belangrijkste en veel terugdenken aan het verleden helpt niks meer." Schwaab geeft evenwel toe dat de afgelopen maanden soms heel zwaar waren. "Natuurlijk had ik me mijn terugkeer heel anders voorgesteld. Het waren enorm moeilijke maanden voor de winterstop."
De inmiddels 31-jarige Schwaab weet uit ervaring dat doemdenken zeker niet helpt in sportief gezien moeilijke tijden. "In de wedstrijd tegen PEC Zwolle (4-1 overwinning, red.) voor de winterstop hebben we precies gezien hoe het moet", blikt de Duitser in Nederlandse dienst terug. "We kwamen daar ook op achterstand en hebben toen de rug gerecht. Daarvoor ging dat minder." Schwaab benadrukt nog maar eens het belang van samenwerken. "We hebben elkaar niet altijd goed geholpen en te veel naar onszelf gekeken in plaats van naar het team. Niemand kan zomaar zeggen van, geef mij die bal maar en ik dribbel er wel even doorheen. Zo werkt het niet. Tegelijkertijd vind ik ook, en dat gaat ook mezelf aan, dat we beter moeten verdedigen."