De naam van Cristiano Ronaldo zal voor altijd verbonden zijn aan die van Real Madrid, maar de huidige aanvaller van Juventus beleefde zijn grote doorbraak bij een andere Europese grootmacht. Voor zijn vertrek naar het Santiago Bernabéu speelde de Portugees zes jaar voor Manchester United, waarmee hij onder meer drie landstitels en de Champions League won. In dienst van the Red Devils begon hij zich bovendien van een typische buitenspeler te ontwikkelen tot de doelpuntenmachine die hij later in zijn loopbaan zou worden.
In gesprek met France Football blikt hij terug op de periode onder Sir Alex Ferguson waarin hij uitgroeide tot een echte doelpuntenmaker: "Dat deed ik door mijn hersens te gebruiken. Als je ook maar een beetje intelligentie hebt, kijk je om je heen en volg je het voorbeeld van anderen die dingen beter doen dan jij. Dat deed ik toen ik in Manchester samen speelde met jongens als Ryan Giggs, Paul Scholes, Ruud van Nistelrooij, Rio Ferdinand als je niets leert van dat soort jongens moet je wel een idioot zijn."
"Het doel is dan niet om hen na te doen, maar om dingen over te nemen van de besten en ze toe te passen op je eigen persoonlijkheid. Dat is wat ik heb gedaan. Ik had wat talent en ik heb naar hen gekeken. Sir Alex Ferguson heeft me veel geleerd en ik kreeg door dat ik de potentie had om doelpunten te maken, in plaats van alleen dribbelen en passen", gaat Ronaldo verder. "Ik begon te denken dat ik een complete speler kon worden zonder zwakke punten. Ik kon scoren met rechts, met links en met mijn hoofd, ik was en sterk en snel. Als je dit hebt, een echte werkethiek en een goede levensstijl, valt het ook vol te houden als je 34 en een half bent."
Als voorbeeld verwijst Ronaldo naar de Champions League-wedstrijd tegen Lokomotiv Moskou, die vorige week een moeizame 2-1 overwinning opleverde. "Zij weigerden te voetballen en parkeerden de bus voor hun eigen goal. Het was moeilijk om te scoren. Dat lukte me uiteindelijk niet en na de wedstrijd was ik gefrustreerd. Dat is normaal, het belangrijkste is dat het team wint. Maar daarna ging ik terug naar de kleedkamer en kwam ik tot rust. Na de wedstrijd ging ik uit eten met vrienden, ik kwam vier uur 's nachts pas thuis. Daarna nam ik nog een ijsbad voordat ik naar bed ging. Ik sliep tot tien uur, at mijn ontbijt en om elf uur ging ik naar de fitnesszaal. Als je deze discipline niet dagelijks weet vol te houden, blijf je nooit vijftien jaar lang aan de top staan."