Atlético Madrid en Borussia Dortmund hebben woensdag in Groep A van de Champions League uitstekende zaken gedaan. De ploeg van Diego Simeone boekte ten koste van Club Brugge de tweede overwinning in de groepsfase, ondanks een heerlijke goal van Arnout Danjuma. Ook Borussia Dortmund staat na twee wedstrijden op zes punten, na een zege in eigen huis op AS Monaco. De koploper van de Bundesliga is zodoende na negen officiële duels nog altijd ongeslagen dit seizoen: zeven zeges, twee remises.
Atlético Madrid - Club Brugge 3-1
Het team van Simeone had in de eerste helft meer de bal, maar kon doelman Karlo Letica en consorten niet bijzonder verontrusten. Toch was het Atlético dat na nog geen half uur spelen aan de leiding ging. De Bruggelingen kregen de bal na een corner niet goed weg, waardoor de bal uiteindelijk via Thomas Lemar bij Antoine Griezmann terechtkwam. De Fransman schoof de bal diagonaal binnen: 1-0. Atlético verloor daarna de controle over het duel en vijf minuten voor rust sloeg Danjuma op heerlijke wijze toe. De Nederlander schoot de bal van afstand en met veel gevoel in de verste hoek, buiten het bereik van de kansloze Jan Oblak.
Enkele minuten na rust was Saul Ñiguez dicht bij de 2-1, maar hij kon zijn kopbal net niet de juiste richting meegeven. In de 67e minuut nam Atlético opnieuw de leiding. Griezmann stuurde Diego Costa richting het Brugse doel, waar de Spaanse Braziliaan uiteindelijk niet voor een schot koos. Hij legde verrassend af op de meegekomen Griezmann, die de bal diagonaal binnenschoot. De Fransman completeerde zijn uitstekende wedstrijd, door vlak voor tijd de 3-1 van Koke voor te bereiden. Bij Club Brugge stonden ook Stefano Denswil en Ruud Vormer in de basis.
Borussia Dortmund - AS Monaco 3-0
De thuisploeg begon beter aan de ontmoeting, maar Monaco antwoordde met veel kracht. Zo moest Roman Bürki tot het uiterste gaan om een schot van Youri Tielemans te keren. De beste kans in de eerste 45 minuten was echter voor Marius Wolf, zes minuten voor rust. Hij kreeg de bal van Paco Alcácer en zag hoe zijn van richting veranderde schot door Diego Benaglio uit de hoek werd gehaald. Het was ook meteen de laatste daad van de doelman, die zich geblesseerd moest laten vervangen door Danijel Subasic.
Na de pauze nam Jacob Bruun-Larsen de plek van Wolf in en dat sorteerde al na enkele minuten effect. Jadon Sancho werd op de rand van het strafschopgebied niet aangepakt, waarna de invaller de slimme steekpass beantwoordde met een doelpunt: 1-0. Marco Reus liet in de 63e minuut een dot van een kans liggen en vijf minuten later mikte Alcácer de bal vanaf elf meter zelfs tegen de lat, na een charge van Kamil Glik op Reus. Luttele minuten was het alsnog raak: Alcácer kreeg de bal van Reus, speelde Subasic goed uit en schoot binnen. In de extra tijd bepaalde Reus met een schuiver de eindstand, na een pass van Bruun-Larsen.